dag
5 - 20 november 2012 - Turmi – Jinka
|
Vanochtend weer om
7,00 vertrokken naar het leefgebied van de nomadische Karo
stam waar we een van de Karo-dorpjes bezochten. Een
prachtige tocht van meer dan een uur over zandwegen, dwars
door het prachtige Ethiopische landschap waarbij we bavianen
zagen en de kleine dik-diks, verder veel prachtig gekleurde
vogels en planten
Het Karo dorpje had vrij eenvoudige hutten, opgebouwd uit
takken, ook de inrichting was nihil. De lokale gids gaf
uitleg over de leefwijze van de Karo's, waarna we het dorpje
gingen verkennen. Afgesproken was om de eerste tijd geen
mensen te fotograferen omdat het dan direct al uit de hand
zou lopen. Ook nu weer waren er problemen over de hoogte van het
fotogeld, de Karo's vroegen het dubbele of zelf nog meer dan
de andere stammen. Na een tijdje werd de prijs echter weer
"normaal", 2 Birr per persoon per foto,
Marijke had bij andere stammen in een hut het leven van de
familie gefilmd en wilde dat ook hier weer doen. Na overleg
met de lokale gids en de Karo-vrouw in de hut werd een prijs
overeen gekomen, iedereen gelukkig. Maar toen Marijke aan
het filmen was kwamen er meer vrouwen binnen en gingen er
bij zitten. Na afloop vonden deze vrouwen dat ze ook betaald
moesten worden en ook al hield Marijke vol dat er een afspraak was
gemaakt, gingen ze daarmee niet akkoord. Marijke werd
vastgehouden zodat ze de hut niet uit kon voor ze betaald
had en de hut werd zelfs van buiten af op slot gedaan.
Gelukkig kon Marijke een mede-reizigster waarschuwen die
haar eindelijk kon bevrijden. De Karo vrouwen bleven haar
daarna wel volgen en naar haar roepen.
Na dit avontuur gingen we terug naar de Turmi Lodge voor de
lunch.
Hierna stond de reis naar Jinka op het programma en onderweg
nog naar de markt van Dimeka waar diverse stammen handel met
elkaar drijven.
Na een uurtje vertrokken we weer en reden met de
landcruisers naar het plaatsje Jinka, hoofdstad van de
regio. |
|
|
|
|
|
Zo
zagen we de zon opkomen vanuit ons huisje in Turmi |
Ons
huisje in de Turmi Lodge |
voor de
lodge wachten we met onze bagage op de bus |
|
|
|
|
|
Het
restaurant van de lodge is tegen deze rots gebouwd |
op
die rots zagen we diverse soorten hagedissen, v.l.n.r. de Rotsagama, Regenboogskink en het vrouwtje en mannetje van de
Kolonistenagame |
|
|
|
onderweg
weer veel kleine huttendorpjes |
door
bergachtig gebied |
en weer
een prachtige natuur met fraaie bomen |
We zagen onderweg prachtige vogels, Een
van onze chauffeurs (Johannes) was een echte vogelkenner en zo gauw we
een bijzondere vogel zagen werd direct een fotostop gemaakt
|
|
|
|
|
Von Deckens
Tok |
Witbuik
Toerako |
Karmijnrode
Bijeneter |
Roodsnavel
Tok |
Vuurkruin
Baardvogel |
|
|
|
Een
aantal malen staken Dikdik's, een kleine antilope, de weg over |
ook in
het droge zand de mooiste bloemen |
de Omo
rivier |
De Karo, met een max. populatie van 1.500
mensen, leven in de vallei van de rivier de Omo in
Zuidwest-Ethiopië. Ze spreken eveneens een Omotic taal en verbouwen sorghum, maïs en bonen. Kenmerkend voor de Karo
vrouwen is dat ze een spijker door hun kin steken.
Het zijn meesters in lichaams- en gezichtsbeschildering. De Karo
gebruiken hiervoor witte kalk, houtskool, gele, okerkleurige en
rode aarde, kralen en kettingen. De vrouwen maken kerven in hun
borstkast om hun schoonheid te vergroten. Om de kerven te laten
genezen bestrooien ze de wonden met houtskool. Wanneer een man zijn
borstkas kerft betekent dit dat hij een vijand of een gevaarlijk
dier heeft gedood. De kerven worden aangebracht met een mes of
een scheermesje.
Ze leven op een plateau 300 m boven de Omo rivier. Aan de
overkant van de rivier leven hun vijanden. |
|
|
|
het
Karo dorp |
hutten voor
opslag van voedsel |
Karo
familie |
|
|
|
een
Karo vrouw poseert met kind voor haar hut |
voor
het eerst zagen we een hoofdsteun zo gebruikt worden, de mannen
lopen de hele dag met dit ding en gebruiken het dan als krukje |
Karo
jongen |
|
|
|
zo'n
anderhalve maand na het regenseizoen zien we al veel droge
rivierbeddingen |
de
onverharde weg terug naar de Turmi Lodge |
Op de markt van
Dimeka, een plaatsje tussen Jinka en Turmi, komen leden van
de Karo-, Hamer-, Geleb- en Bannastam bij elkaar om te handelen.
Er was heel veel te zien en de mensen
vroegen niet om geld als je een foto maakte.
Een bonte verzameling van typisch Afrikaanse producten wordt
hier verhandeld zoals nek-steunen die in plaats van kussens worden
gebruikt, struisvogelveren en arm- en enkelbanden |
|
|
|
de
markt is duidelijk ook een sociaal gebeuren |
de
kleding is een mix van modern (T-shirts) en traditioneel
(huiden) |
Marijke
dingt af op de bananen |
|
|
|
|
|
Karo
stamleden |
de
Hamar vrouwen zijn vaak nog traditioneel gekleed |
er
worden veel kruisjes gedragen (christelijk orthodoxe kerk) |
|
|
|
Ook de
weg naar Jinka is onverhard in de jeeps 2, 3 en 4 is het
stofhappen |
nog
enkele omgevingsplaatjes |
Jinka
Jinka, de hoofdstad van de Zuidelijke Provincies, is een klein stadje in het zuiden van Ethiopië en gelegen
in de heuvels ten noorden van de Tama Plains op ongeveer
1500 meter hoogte.
Jinka kent geen meter asfaltweg, heeft vaak dagenlang geen water of
elektriciteit en is feitelijk een stoffige, trieste plaats. Na
22.00 uur gaat overal het licht uit, behalve bij enkele gelukkigen
die een eigen aggregaat hebben
|
|
|
Ingang
van het Goh hotel in Jinka, 's avonds gaat het hek dicht |
de
hoofdstraat is nog onverhard |
parallel
aan de hoofdstraat ligt een, ook onverharde, landingsstrip |
|
terug naar vorige
dag |
naar
volgende dag |
|