Reis Ethiopië 2012 |
|||
terug naar vorige dag |
naar volgende dag |
dag 8 - 23 november 2012 - Konso – Arba Minch, boottocht op Lake Chamo
|
zonsopgang in Konso | In het midden onze Kulkul in de Kanta lodge | het uitzicht vanuit `onze hut` |
op weg naar Arba Minch en Lake Chamo | een dierenverblijf onderweg (alleen takken, geen lemen wanden) | vrijwel droge rivierbeddingen |
een Konso dorpje | een echt droge rivierbedding als een grillige barst in het landschap |
De teelt van sorghum, een op maïs lijkende plant waarvan de zaden worden gebruikt voor het bakken van brood | langs de weg veel vriendelijke mensen, zowel jongeren als ouderen zwaaien als je langs rijdt, soms wordt ook de hand opgehouden | In het sorghum veld worden door jongetjes de vogels verjaagd door vanuit een `nest` in een boom met een zweep te knallen |
meerdere wegversperringen | een boom vol Afrikaanse maraboes | Acacia met honingkorven |
de bootjes voor onze tocht over het Chamo meer liggen klaar | deze bergen worden de "brug van God" of "brug van het paradijs" genoemd en vormen de afscheiding van Lake Chamo en het meer noordelijke Lake Abayo | vissende Afrikaanse zeearenden |
de acht meter haalt ie wel | deze vogel (Sporenkievit), nu in ruste, reinigt het gebit van de Nijlkrokodil | een bek vol tanden |
echt een prehistorisch dier | klaar om een hapje te nemen | als we dichterbij komen knipoogt hij vriendelijk naar ons |
Enkele vogels die we aan het meer zagen
de Reuzenreiger | Sporenkievit | Afrikaanse roze pelikaan | Afrikaanse zeearend op haar nest |
Dit nijlpaard steekt even de kop op en blaast z'n longen leeg | het kluitje waterhyacint (Hayuck) mag meeliften | leuke harige oortjes en een mooie snor |
mannetje en vrouwtje? | we varen weer verder met ons bootje naar een eiland | en zien daar nog enkele nijlpaarden |
bij het eiland liggen enkele houten vissersbootjes | en een visser | bezig met het ontwarren van de netten |
We rijden naar het centrum van Arba Minch voor de lunch | en komen onderweg schooljeugd tegen, dit keer in geel schooluniform | we lunchen injera, een zure teff-pannekoek met diverse hapjes die je zonder bestek, met een stukje injera oppakt en in je mond stopt |
Op het terras van het restaurant zien we enkele dikdiks lopen | met volle maag gingen we op weg naar de Dorze stam | In de rivier een zich wassende man, maraboes en kapgieren |
grote trossen bananen, het enige fruit, op wat sinaasappels na | langs de weg sjouwende vrouwen en loslopende ezels met een vracht | veel landbouw (teff) op terassen |
Chencha
We rijden naar Chencha dat ligt op de westelijke hoogvlakte, ongeveer
40 kilometer vanaf Arba Minch.
In de buurt leeft de Dorze bevolkingsgroep. Hun hutten lijken op enorme bijenkorven en
ze leven van landbouw, wat veeteelt en het spinnen en weven van katoen.
De “ensete” (de schijnbanaan of valse banaan omdat de plant
veel op de echte banaan lijkt), vormt hun hoofdvoedsel.
De hutten waarin ze leven zijn bijzonder van vorm. Ze zijn zes
tot twaalf meter hoog en lijken op een reuzenbijenkorf met een
neusvormige uitstulping als ingang.
Het materiaal waar de hut van gebouwd is bestaat grotendeels uit bamboestaken en
bladeren, ook worden ensete-bladeren gebruikt. Opvallend zijn de
stokken die horizontaal op verschillende hoogten uitsteken. Deze
dienen voor het onderhoud aan de wanden omdat bamboe gevoelig is
voor rotten en een favoriet voedsel is voor termieten.
Wanneer de hut is aangetast wordt de hut ingekort en op een
andere plek gezet. De stokken dienen als hulpmiddel bij het
verplaatsen van de hut. De hut wordt dus iedere keer iets kleiner,
maar hierdoor kan een Dorze hut vele jaren mee.
De hut is onderverdeeld in drie
ruimtes; na de ontvangstruimte kom je in de woon/kookruimte waar
dunne wanden de slaapruimte en een plek voor het vee afscheiden.
Rond de hut verbouwt de familie groenten en ensete (valse banaan)
voor eigen gebruik of verkoop op de markt.
De grote familiehut | daarnaast de oude, inmiddels veel kleinere, voorouderhut | de dakconstructie |
inrichting van de bijenkorfhut, mogelijk zijn de stoelen voor ons neergezet? | kwastjes om vliegen weg te jagen | voorraad in kalebassen en voedsel verpakt in ensete bladeren |
hier de ensete of valse banaan in de tuin achter de hut | de bladsteel van de ensete wordt afgeschrapt waarna bladmoes overblijft | dit bladmoes wordt verpakt in een ensete blad |
en daarna drie maanden onder de grond bewaard om te gisten | het gegiste bladmoes kan na drie maanden worden gekneed en als een pannenkoek geplet en gebakken | jonge en oude Dorze vrouw, deels traditioneel en deels modern gekleed |
Bij veel hutten werd door de vrouwen met de hand katoen gesponnen | In een grote loods was de katoenweverij ondergebracht. Op zo'n 30 weefgetouwen werden door mannen heel fijn weefwerk geleverd |
we bezochten het schooltje waar de kinderen zongen en het alfabet (Engels) opzegden. Ze zaten op keien op de lemen vloer van het gebouwtje | Op de terugweg konden we het "nieuwe" Dorze dorp zien waar steeds meer Dorzen gaan wonen in lemen huisjes met golfplaten dak |
Eind van de middag reden we weer naar Arba Minch, hier nog wat sfeerbeelden van de terugweg, eindigend met de ondergaande zon (rond 6 uur) |
Ten slotte nog even enkele vogels van vandaag
Afrikaanse zwarte kuifarend | Afrikaanse maraboe | Guineaduif | Grauwe buulbuul |
Het Nechisar National Park
is opgericht in 1974 ter bescherming van het Swayne’s
hartebeest. In het 750 km² grote park variëren de hoogtes van
1108 tot 1650 m. Het park bestaat uit een soort
landtong tussen de meren Abaya en het Chamo. Deze heuvelachtige
landtong wordt: ‘Pont du Paradis’ ,Brug van het Paradijs, of
soms ook "Brug van God" genoemd. |
terug naar vorige dag |
naar volgende dag |