|
Vanochtend
werden we wakker in een nat Torajaland, er viel bijna de hele
dag door een lichte regen dus paraplu's mee. Ook de jassen
namen we mee want we gingen vandaag naar het noorden, een
bergachtig gebied waar het een stuk koeler was dan in Rantepao
waar ons hotel was.
We reden naar het gebied rond Batutumonga waar veel
bergdorpjes waren met de traditionele Tongkonan huizen.
Ook in de regen was het een prachtige streek met bijzondere
vergezichten waarbij je tegen de berghellingen steeds groepjes
huizen met die karakteristieke puntdaken zag. Veel rijstvelden
in allerlei stadia aangelegd in terrassen.
We bezochten enkele dorpen waar nog originele Tongkonanhuizen
stonden, gebouwd van bamboe en met palmrieten daken. Onderweg
zagen we ook de nieuwere generaties Tongkonans met
golfplaten daken, soms ook met dakpannen en een betonnen
onderbouw. Onze gids noemt dit "gado gado".
Goed dat de traditionele bouwwijze er in blijft maar wij
vinden het toch leuker om de echte oude huizen te zien
en dat kregen we dan ook volop.
In deze streek werden veel grafkamers uitgehakt in de
granieten rotsen of in grote lavastenen die her en der in het
landschap liggen. De manier van begraven wordt hier nog steeds
toegepast. Bij een rotspartij waar al veel grafkamers in
gebruik waren hoorden we een steenhouwer bikken, we konden hem
niet direct vinden want hij werkte in een nieuwe grafkamer van
twee bij drie meter met een ingang van 50 bij 50 cm, met een
mondkapje tegen het steengruis, erg ongezond werk! onze gids
vertelde dat het laten maken van zo'n kamer 60 miljoen rupiah
kostte (€ 4140). voor ons niet veel maar voor de gemiddelde Indonesiër
zo'n 30 maanden loon.
Na de lunch bezochten we een menhir-ceremonie-plaats bij het
dorpje Bori, waar begrafenisceremonies
werden en nog worden gehouden voor
overledenen van hoge afkomst.
Eerst werd een menhir geplaatst, dan werd de overledene in een
kleine tongkonan aan de rand van het ceremonieveld met de
menhirs gezet, daarna werden de buffels geofferd waarvan het
vlees werd verdeeld in de omringende dorpen. Er werden varkens
geslacht waarvan het vlees door de familie en gasten werd
gegeten. Tenslotte werd de overleden bijgezet in de
familiegrafkamer.
Eind van de middag reden we in de regen terug naar ons hotel. Morgen de laatste dag in Trojaland en overmorgen rijden
we in één ruk (ca 8 uur) terug naar Makassar waar we het
vliegtuig nemen naar Bali.
|
|
|