Reis Madeira 2013 |
|||
terug naar start |
naar de eerste dag |
||
Madeira - Info |
|
Geschiedenis
Madeira werd ontdekt in 1419 tijdens een expeditie van Hendrik de Zeevaarder of Henrique Navegador (1394 – 1460), de derde zoon van koning Johan I van Portugal en zijn vrouw Philippa van Lancaster. Het eiland
Porto Santo werd pas bevolkt in 1420, nadat twee kapiteins van prins
Hendrik de Zeevaarder, João Gonçalves Zarco en Tristão Vaz
Teixeira, het herontdekten toen zij er door een storm strandden.
Uit dank voor hun overleven noemden zij het eiland Porto
Santo (Heilige Haven). |
In 1424 werd Funchal gesticht door João Gonçalves Zarco.
In 1508 verleende koning Emanuel I Funchal stadsrechten. Rond die tijd groeide Funchal uit tot een belangrijke tussenstop op de route van Portugal naar Indië en Amerika. Ook kwam de wijn- en suikerteelt tot ontwikkeling.
Rond 1500 had Madeira ca. 5000 inwoners
en een zeer heterogene bevolking met Portugezen, Hollanders,
Italianen, Spanjaarden, Moren, uit Spanje verdreven joden, over het
algemeen allemaal avonturiers en kooplieden.
De latere ontdekker van Amerika, Christoffel Columbus, was een van de
bewoners van het eiland.
In de 19e eeuw heeft Elisabeth van
Oostenrijk-Hongarije, ook wel bekend als Sisi, een tijdje in
Funchal gewoond. In die tijd werd Funchal een toeristische bestemming
voor de elite.
De Nederlandse prins Alexander, een zoon van koning Willem II overleed
in Funchal, toen hij hier - aan tuberculose lijdend - aan het kuren
was.
In 1580 verloor Portugal zijn onafhankelijkheid en werd een deel van Spanje, waardoor Filips II tevens de heerser werd over de eilandengroep Madeira. Deze periode duurde echter maar relatief kort, want al in 1640 kreeg Portugal, onder koning João, zijn onafhankelijkheid terug
Vanaf 1801 maakten Engelse troepen Madeira tot hun basis in de Atlantische Oceaan in de strijd tegen Napoleon en de Fransen. Vanaf 1807 werden Britse soldaten zeven jaar lang op het eiland gelegerd, en na die tijd bleven veel Engelsen wonen op de archipel.
In 1803 werd de stad Funchal getroffen door een grote overstroming waarbij 600 mensen omkwamen.
In 1902 kreeg Madeira zelfbestuur en nadat in 1910 de monarchie was gevallen, maakte het deel uit van de republiek Portugal.
Tijdens de revolutie van 1974 streefden grote groepen van de Madeirezer bevolking naar volledige onafhankelijkheid, onder andere de onafhankelijkheidsbeweging FLAMA. Uiteindelijk zagen de inwoners van het eiland in dat het een onmogelijke zaak zou worden en Madeira beter een autonoom gebied van Portugal kon blijven.
In 1976 maakte de anjerrevolutie een einde aan vijftig jaar Salazar-dictatuur en werd ook op Madeira de democratie ingevoerd. Madeira kreeg toen de status van autonome regio met een eigen parlement en een eigen president.
Geografie
Madeira is een onderdeel van een machtige bergketen die vele
duizenden meters boven de zeespiegel oprijst. De eilanden van de
archipel zijn alleen maar de toppen van dit massief en verschenen
waarschijnlijk zo’n 20 miljoen jaar geleden boven de zeespiegel als
gevolg van aardbevingen en vulkanische uitbarstingen.
De totale oppervlakte van Madeira is 740 km2; het eiland is slechts 57
km lang en 23 km breed en heeft een omtrek van 151 km. Madeira is
daarmee ongeveer net zo groot als de provincie Utrecht.
Het eiland is van vulkanische oorsprong en wordt gekenmerkt door
steile basaltrotsen.
Omdat de kust voornamelijk uit steile rotswanden bestaat en zandstrand
vrijwel niet aanwezig is, kent Madeira geen massatoerisme.
Hoogste punten zijn de Pico Ruivo de
Santana (1861 m), Pico das Torres (1851 m) de Pico do Arieiro (1818
m), de Ruivo do Paúl (1640 m) en de Bica de Cana (1620 m). De 580
meter hoge Cabo Girão (‘Kaap van de Terugkeer’) is de op een na
hoogste klif ter wereld.
De meest spectaculaire watervallen
van Madeira zijn de twee Risco-watervallen in de buurt van Rabaçal.
Aan de noordelijke helft van een plateau stort het water ca. 100 meter
naar beneden.
Van oost naar west loopt een bergketen
over het eiland, die gespleten wordt door twee woeste rivieren: de
Brava en de São Vicente. De pas Boca da Encumeada (1007 meter hoog)
vormt de geografische scheiding van het westen met het oosten, waarvan
het schiereiland Ponta de São Lourenço de meest oostelijk gelegen
punt van het eiland is.
Ten westen van deze kloof ligt een moerassig tafellandschap, de Paúl
da Serra (‘moeras in de bergen’: 17 km lang en 6 km breed), dat
gemiddeld 1300 meter boven de zeespiegel ligt.
De meeste rivieren ontspringen in de Paúl da Serra, waaronder de
grootste rivier, de Ribeira da Janela. De rivieren op Madeira kennen
een sterk verval, tot wel 10%. Hierdoor, en door de samenstelling van
de vulkanische bodem, wordt Madeira gekenmerkt door diep uitgesneden
dalen. Ook zijn er door de kracht van het water zeer grote, op kraters
lijkende bassins uitgeslepen. Door de rivier Socorridos is
bijvoorbeeld de ca. 500 meter diepe dalketel van Curral des Freiras
ontstaan.
Madeira kenmerkt zich door zijn unieke
netwerk van levada's; smalle irrigatiekanalen die over het hele eiland
door de bergen zijn aangelegd. Vanwege de steile noordkust, is de
kolonisatie van het eiland begonnen aan de minder steile zuidkust,
waar ook de hoofdstad Funchal ligt. Het water vanuit de bergen in het
noorden werd via de levada's naar het relatief droge zuiden gebracht.
Sommige kanalen zijn uitgehakt in steile rotswanden, door arbeiders
hangend in touwen.
Langs deze levada's is altijd een voetpad aangelegd, om
onderhoudswerkzaamheden te vergemakkelijken. Op sommige plaatsen zijn
deze paadjes slechts 20 centimeter breed en lopen ze vlak langs een
steile afgrond. Op andere plaatsen zijn ze bijna twee meter breed.
Flora en Fauna
De vele exotische bloemen die er in het wild groeien kenmerken het
eiland zodanig dat Madeira ook wel het bloemeneiland wordt genoemd. Er
zijn 760 plantensoorten op het eiland geteld die tot 112
plantenfamilies behoren, ca. 20% is inheems.
Op de schrale bodem van het noordoostelijke Ponta de São Lourenço
groeit een andere vegetatie dan op de rest van het eiland. Hier
groeien onder andere de Mariadistel, de Mexicaanse papaver en de
kardoen, ook een distelsoort. Opvallend is de ‘tuna’, een
cactussoort, geïntroduceerd vanuit Centraal-Amerika in 1826.
Op Madeira gedijen 67 soorten varens, waarvan er twaalf endemisch
zijn. Sommige levada’s zijn overwoekerd door slangenkruid. Een
daarvan is de ‘Trots van Madeira’, een endemische variant met
mooie blauwviolette bloemen.
Verder vindt je de wijnrode Afrikaanse madeliefjes, ijskruid,
geraniums, vuursalie, wilgen, watsonia’s, gladiolen, paaslelies,
hibiscussen, begonia’s, zwanenbloemen, kamperfoelie, en witte en
blauwe agapanthussen. De mooie blauwe agapanthus woekert als onkruid
langs bijna alle straten en wegen op Madeira.
Bossen beginnen op Madeira boven 600 meter, nog hoger, boven 1200
meter, bestaat de vegetatie hoofdzakelijk uit heide, varens en
bosbessen.
In het noorden komen nog een aantal oorspronkelijke laurierbossen voor
. De vier belangrijkste lauriersoorten zijn de ‘vinhático’, de
‘til’, de ‘loureiro’ en de ‘barbusano’. Het
‘laurasilva’ (laurierbos) van Madeira werd door de Unesco in 1999
uitgeroepen tot werelderfgoed. Nog steeds is een vijfde van het eiland
begroeid met bossen, maar 90% daarvan bestaat uit uitheemse soorten.
Een andere zeer oude boom, de ‘pau branco’, een olijfachtige,
groeit nog in de onherbergzame kloven in het noorden. In de bergen
groeit de machtige boomheide (‘urze’)
Naast de Canarische Eilanden is Madeira
de enige plek op de wereld waar de kanarie in het wild voorkomt.
Daarnaast komt er op Madeira de Laurisilva veelvuldig voor, hetgeen
ook op de UNESCO werelderfgoedlijst staat. Door de vulkanische
oorsprong komt er op de eilanden geen enkel inheems zoogdier voor.
Grote wilde dieren komen op Madeira nauwelijks voor. Wilde geiten,
egels, patrijzen, kwartels en konijnen zijn noemenswaard. De enige
reptielen zijn de zeer kleine lagartixa-hagedissen, een soort
muurhagedis. Verder zijn er ca. duizend insectensoorten en tweehonderd
vogelsoorten, waaronder de groene kanarie, waarvan onze huiskanarie
van afstamt. Verder komen op Madeira nog o.a. voor: buizerd, valk,
vuurgoudhaantje en boekvink. Tot de oudste oorspronkelijke bewoners
van Madeira behoren vleermuizen.
Op Deserta Grande, een van eilanden van de Ilhas Desertas, komt een
zeldzame, zeer giftige zwarte wolfsspin voor. In 1990 is het eiland
tot natuurreservaat verklaard, en vanuit een observatorium proberen
een aantal biologen de flora en fauna van het eiland te behouden, in
het bijzonder de kolonie monniksrobben op het eiland. Onder de vele
vogelsoorten bevinden zich de Kuhls pijlstormvogel, de noordse
pijlstormvogel, de kleine Madeirenzer pijlstormvogel of Bulwer en de
donsachtige Madeirenzer stormvogel.
De beroemdste vis op Madeira is de ‘espada’, de zwarte degenvis, die alleen in de diepzee bij Madeira en Japan gevangen wordt. Rond de Madeira-archipel wordt verder gevangen: zwaardvis, marlijn, haai, makreel, sardine, papegaaivis, brasem, baars, barbeel en de witte degenvis.
De toboggan, een
rieten korf op houten glijders waarmee van alles vervoerd kan worden,
werd in 1850 uitgevonden. Voor die tijd was het vervoer met door ossen
of paarden getrokken sledes gebruikelijk.
Op dit moment wordt de toboggan alleen nog gebruikt in Monte voor het
vervoeren van de toeristen.
Wijn wordt overal op Madeira
verbouwd, maar de fijnste madera komt van druiven die rond Estreito
groeien. De wijnstokken werden al in 1425 vanuit Cyprus, Kreta en
Italië ingevoerd. Om een betere smaak te krijgen worden de wijnen in
verwarmde ruimten opgeslagen. Er zijn nu vier hoofdsoorten madera: de
droge ‘sercial’, de halfdroge ‘verdelho’, en twee
dessertwijnen, de halfzoete ‘boal’ en de zoete ‘malvasia’.
Een echte goede madera moet meer dan 25 jaar gerijpt zijn.
Azulejos zijn verhalen vertellende,
beschilderde tegels. Samengevoegd vormen een aantal tegels het gehele
motief. Deze tegeltableaus zijn meestal in de kleuren wit en blauw en
verfraaien op Madeira banken, fonteinen, kerken en openbare gebouwen.
De kunst van het vervaardigen en beschilderen van tegels kwam uit Rome
en Byzantium.
terug naar start |
naar de eerste dag |