dag
8 - 29 april - El
Khorbat > Ouarzazate > Aït Ben Haddou
Rond
9.00 uur vertrokken we uit El Khorbat door een
woestijnachtige omgeving naar Tinerhir waar we de Todra
kloof bezochten. Vergeleken met de kloof bij Petra in
Jordanië viel de Todra kloof ons wat tegen, ook door de
asvaltweg die er doorheen liep.
Terug in Tinerhir maakten we een lunch-stop en bezochten we
een tapijthandelaar die niet alleen aan kleden deed maar die
ons ook veel authentieke kleding en gebruiksvoorwerpen van
de Berbers liet zien.
We reden verder door de Dadès vallei richting Ouarzazate,
een weg die bekend staat om haar mooie
kasbah's, naar Boumalne
du Dadès en volgden de Dadès rivier naar El Kelaa M
Gouna in de Vallee des Roses. We vroegen onze chauffeur om ook
naar de Dadès-kloof te rijden omdat die veel natuurlijker
en mooier was dan de "beroemde" Todra kloof, maar
Mohamed begreep ons niet of wilde het niet, in elk geval
reden we door over de N10 naar Ouarzazate. Daar wilde
Mohamed ons de filmstudio's laten zien, maar daar waren wij
niet in geïnteresseerd.
Ons doel voor vandaag was het dorpje Aït Ben Haddou met een
prachtige versterkte stad (ksar) op een heuvel.
Daartegenover stond ons hotel voor een nacht, gasthuis Dar
Mouna, waar we een leuk appartementje hadden dat met een
trap vanaf de binnenplaats bereikbaar was.
Nadat we boodschappen hadden gedaan voor ons avondeten,
brood, kaas, yoghurt en water, liepen we naar de ksar Aït Ben
Haddou. Daarvoor moesten we eerst het riviertje Ounila
oversteken via een smal, provisorisch bruggetje van balken
en zandzakken. Gelukkig was er dorpsjeugd die voor een paar
dirham hielpen met oversteken. De ksar was prachtig, we
dwaalden door de smalle straatjes, bezochten wat
souvenirwinkeltjes en kochten bij een plaatselijke schilder
een "pyro" aquarel van de ksar nadat hij had gedemonstreerd
hoe dat pyro-aquarelleren werkte.
Rond 21.00 uur gingen we terug over het bruggetje, helaas
was de jeugd net vertrokken en moesten we elkaar over deze
hindernis helpen.
|
|
|
|
|
Mohamed maakt de
auto klaar |
en
we gaan op weg maar Tinerhir |
onderweg een wel
iets te hoog beladen, wiebelende vrachtauto |
Via
de nationale weg komen we in Tinerhir.
Deze
stad, omringd door groene velden, heeft zeven kloosters.
In het landschap van hoge bergen van de Atlas liggen pittoreske dorpjes, zoals Ait Hani en
Assoul
Bij de ingang van Tinerhir rijden we langs het Afanour-kasteel met zijn voormalige
Ikelane-moskee |
|
de brug over de
Oued Todra naar Tinerhir
(Tinghir zoals ze het zelf noemen) met het kasteel Afanour |
|
|
|
langs de
buitenwijken |
naar de oude
binnenstad Kasbah Tinghir |
met bijbehorende
oase |
|
|
|
Marijke wordt een
berber-scarf aangesmeerd |
ruïne van een
kasbah bij Tinerhir |
het Atlas gebergte
achter Tinerhir |
De 15 kilometer lange Todra-kloof
heeft
loodrechte rotswanden van wel 300 meter hoogte in een roze, rode
of bruinige tint afhankelijk van het zonlicht. Het beste licht
is ’s ochtends als het zonlicht in de kloof schijnt. ’s
Middags is het er donker.
Als je de kloof inrijdt langs de rivier Oued Todra, die
zelfs ’s zomers nog aardig wat water kan hebben, komen de
wanden van de kloof al gauw heel dicht bij elkaar. De
kloof is ontstaan door een geologische breuk. Een stuk verderop verwijdt de kloof
zich weer en loopt de asfaltweg nog zeven kilometer verder door.
Aan het begin van de Todra-kloof staan veel stalletjes met allerhande ambachtelijke producten en
souvenirs.
|
|
|
naar
de Todra kloof |
stalletjes
aan het begin van de kloof |
|
|
|
de rivier Oued Todra |
de kloof zelf viel
ons tegen |
terug naar Tinerhir |
|
|
|
een stukje woestijn
buiten de oase |
Kasbah Tinerhir |
aan de kant van de
weg zagen we een Desert orange tip |
|
|
|
|
in Tinerhir bezochten
we een tapijthandelaar - hoeder van het nomaden erfgoed |
traditionele
dameskleding |
versierde nomade-
tentharing |
bergzak van een
nomadenvrouw |
|
|
|
|
authentieke reiskisten |
natuurlijk
werd ook het gebruik en de patronen van diverse kleden uitgelegd |
toen we buiten
kwamen stond dit op straat, ook nomaden-erfgoed? |
We reden verder naar Ouarzazate door de Dadès Vallei,
een prachtig dal tussen de Hoge Atlas in het noorden en de
Djebl Sarhro in het zuiden.
Vanwege de vele kasbah’s en ksars wordt
deze ook wel de ‘Vallei van de duizend kasbah’s’ genoemd.
Bij
het plaatsje Boumalne du Dadès passeerden we de Dadeskloof, een stuk groener en minder
toeristisch dan de Todra kloof. Helaas lukte het niet om onze
chauffeur duidelijk te maken dat we die graag wilden zien
Door het dal stroomt de Dadès rivier die zorgt voor
een oase van groen. Hier groeien onder andere dadels, noten en vijgen
die veel worden gebruikt in de Marokkaanse keuken.
|
|
we rijden de Dades
vallei in door de uitgangspoort Tinerhir, bespoten met graffiti
leuzen |
Boumalne du Dadès -
stadje midden in een dadelpalmoase |
|
|
|
rivier Oued Dadès |
hier zien en horen
we een nachtegaal |
brug over de Dadès
rivier |
|
|
|
Kasbah-El Kelaa M
Gouna in de Vallee des Roses |
het
versterkte dorp El Kelaa M Gouna |
|
|
|
rotsblokken net
voorbij El Kelaa M
Gouna |
uit het
Dadès dal door het atlas gebergte naar Ouarzazate |
|
|
Ouarzazate - Kasbah Taourirt |
bijzondere patronen
in het atlas gebergte onderweg naar Aït Ben Haddou |
We reden door Ouarzazate, ooit een
stopplaats voor Afrikaanse
handelaren die op weg waren naar de noordelijke steden van
Marokko en naar Europa. De naam Ouarzazate komt van een Berberse
uitdrukking die ‘zonder lawaai’ of ‘zonder drukte’
betekent.
Het ligt op een hoogte van 1160 m, op het kruispunt van de
Draa-vallei en de Dade.
In 1928 werd deze voormalige garnizoensstad van het Franse
vreemdelingenlegioen door de Fransen gesticht, vanwege de
strategische ligging. Zo wilden zij de opstandige Amazigh
(Berber)volken in de gaten houden.
De Glaoui-stam bouwde hier de Taourirt-kasba vanuit strategisch
en commercieel oogpunt.
|
|
|
de superksar Aït Ben Haddou |
via
balken en zandzakken staken we de Oued Ounila over |
en dan door de poort
naar de ksar |
De
ksar Aït
Ben Haddou
ligt aan een zijweg van de weg naar Marrakech.
Deze superksar is de meest beroemde van Marokko omdat
hij vaak als achtergrond fungeerde in Hollywoodfilms als Jewel
of the Nile, Gladiator en Lawrence of Arabia.
Hoe oud hij precies is,
is moeilijk te achterhalen, maar waarschijnlijk was het in de
11e eeuw een karavaanserai van de Almoraviden. Sinds de 16e eeuw
is de ksar ontstaan, omdat karavanen met goud, zout en slaven
deze plaats passeerden op de route van
Marrakech en Ouarzazate
naar het zuiden en vice versa. De Fransen legden rond 1930 een
nieuwe weg aan over de Tizi n T’ichka waardoor veel inwoners
naar elders vertrokken.
De ksar is door de UNESCO verklaard tot
nationaal erfgoed en ook de regering draagt sinds 1994 bij aan de restauratie.
Er
woont nog een zestal families, ook zijn er kleine winkeltjes met Amazigh (Berber)sieraden,
tapijten en schilderijen.
De kasba’s zijn goed behouden gebleven en mooi versierd met
abstracte Amazigh (Berber)motieven.
|
|
|
de binnenplaats |
een oude lemen oven |
een gedeelte van de
ksar moet nog worden gerestaureerd |
|
|
|
|
In de
ksar werkt een jonge schilder, Mohamed Outti, die Pyro
aquarellen maakt. Hij gebruikt natuurlijke verfstoffen, Groene
thee voor zwart, Saffraan voor geel, Indigo voor blauw en een
mengsel van Indigo en Saffraan voor groen. De aquarel is eerst
nauwelijks te zien maar als hij de het papier boven een brander
verhit komen de kleuren tevoorschijn > Pyro aquarel dus |
|
|
|
de ksar gezien
vanuit het dorp |
Bovenop
de heuvel staat een ruïne van een agadir (graanopslagplaats) |
ons eigen
appartementje in Aït Ben Haddou |
|
naar vorige dag |
naar
volgende dag |
|