naar de vorige pagina

Reis Marokko 2019

Terug naar de startpagina
naar vorige dag

naar volgende dag

dag 8 - 29 april - El Khorbat > Ouarzazate > Aït Ben Haddou

Rond 9.00 uur vertrokken we uit El Khorbat door een woestijnachtige omgeving naar Tinerhir waar we de Todra kloof bezochten. Vergeleken met de kloof bij Petra in Jordanië viel de Todra kloof ons wat tegen, ook door de asvaltweg die er doorheen liep.
Terug in Tinerhir maakten we een lunch-stop en bezochten we een tapijthandelaar die niet alleen aan kleden deed maar die ons ook veel authentieke kleding en gebruiksvoorwerpen van de Berbers liet zien.
We reden verder door de Dadès vallei richting Ouarzazate, een weg die bekend staat om haar mooie kasbah's, naar Boumalne du Dadès en volgden de Dadès rivier naar El Kelaa M Gouna in de Vallee des Roses. We vroegen onze chauffeur om ook naar de Dadès-kloof te rijden omdat die veel natuurlijker en mooier was dan de "beroemde" Todra kloof, maar Mohamed begreep ons niet of wilde het niet, in elk geval reden we door over de N10 naar Ouarzazate. Daar wilde Mohamed ons de filmstudio's laten zien, maar daar waren wij niet in geïnteresseerd. 
Ons doel voor vandaag was het dorpje Aït Ben Haddou met een prachtige versterkte stad (ksar) op een heuvel. Daartegenover stond ons hotel voor een nacht, gasthuis Dar Mouna, waar we een leuk appartementje hadden dat met een trap vanaf de binnenplaats bereikbaar was.
Nadat we boodschappen hadden gedaan voor ons avondeten, brood, kaas, yoghurt en water, liepen we naar de ksar Aït Ben Haddou. Daarvoor moesten we eerst het riviertje Ounila oversteken via een smal, provisorisch bruggetje van balken en zandzakken. Gelukkig was er dorpsjeugd die voor een paar dirham hielpen met oversteken. De ksar was prachtig, we dwaalden door de smalle straatjes, bezochten wat souvenirwinkeltjes en kochten bij een plaatselijke schilder een "pyro" aquarel van de ksar nadat hij had gedemonstreerd hoe dat pyro-aquarelleren werkte.
Rond 21.00 uur gingen we terug over het bruggetje, helaas was de jeugd net vertrokken en moesten we elkaar over deze hindernis helpen.

Mohamed maakt de auto klaar en we gaan op weg maar Tinerhir onderweg een wel iets te hoog beladen, wiebelende vrachtauto

Via de nationale weg komen we in Tinerhir. Deze stad, omringd door groene velden, heeft zeven kloosters.
In het landschap van hoge bergen van de Atlas liggen pittoreske dorpjes, zoals Ait Hani en Assoul
Bij de ingang van Tinerhir rijden we langs het Afanour-kasteel met zijn voormalige Ikelane-moskee

de brug over de Oued Todra naar Tinerhir (Tinghir zoals ze het zelf noemen) met het kasteel Afanour

langs de buitenwijken naar de oude binnenstad Kasbah Tinghir met bijbehorende oase

Marijke wordt een berber-scarf aangesmeerd ruïne van een kasbah bij Tinerhir het Atlas gebergte achter Tinerhir


De 15 kilometer lange Todra-kloof heeft loodrechte rotswanden van wel 300 meter hoogte in een roze, rode of bruinige tint afhankelijk van het zonlicht. Het beste licht is ’s ochtends als het zonlicht in de kloof schijnt. ’s Middags is het er donker.
Als je de kloof inrijdt langs de rivier Oued Todra, die zelfs ’s zomers nog aardig wat water kan hebben, komen de wanden van de kloof al gauw heel dicht bij elkaar. De kloof is ontstaan door een geologische breuk. Een stuk verderop verwijdt de kloof zich weer en loopt de asfaltweg nog zeven kilometer verder door. Aan het begin van de Todra-kloof staan veel stalletjes met allerhande ambachtelijke producten en souvenirs. 

 naar de Todra kloof stalletjes aan het begin van de kloof

de rivier Oued Todra de kloof zelf viel ons tegen terug naar Tinerhir

een stukje woestijn buiten de oase

Kasbah Tinerhir

aan de kant van de weg zagen we een Desert orange tip

in Tinerhir bezochten we een tapijthandelaar - hoeder van het nomaden erfgoed traditionele dameskleding versierde nomade- tentharing bergzak van een nomadenvrouw

authentieke reiskisten natuurlijk werd ook het gebruik en de patronen van diverse kleden uitgelegd toen we buiten kwamen stond dit op straat, ook nomaden-erfgoed?

We reden verder naar Ouarzazate door de Dadès Vallei, een prachtig dal tussen de Hoge Atlas in het noorden en de Djebl Sarhro in het zuiden.
Vanwege de vele kasbah’s en ksars wordt deze ook wel de ‘Vallei van de duizend kasbah’s’ genoemd. 
Bij het plaatsje Boumalne du Dadès passeerden we de Dadeskloof, een stuk groener en minder toeristisch dan de Todra kloof. Helaas lukte het niet om onze chauffeur duidelijk te maken dat we die graag wilden zien 
Door het dal stroomt de Dadès rivier die zorgt voor een oase van groen. Hier groeien onder andere dadels, noten en vijgen die veel worden gebruikt in de Marokkaanse keuken.

we rijden de Dades vallei in door de uitgangspoort Tinerhir, bespoten met graffiti leuzen Boumalne du Dadès - stadje midden in een dadelpalmoase

rivier Oued Dadès hier zien en horen we een nachtegaal brug over de Dadès rivier

Kasbah-El Kelaa M Gouna in de Vallee des Roses het versterkte dorp El Kelaa M Gouna

rotsblokken net voorbij El Kelaa M Gouna uit het Dadès dal door het atlas gebergte naar Ouarzazate

Ouarzazate - Kasbah Taourirt bijzondere patronen in het atlas gebergte onderweg naar Aït Ben Haddou

We reden door Ouarzazate, ooit een stopplaats voor Afrikaanse handelaren die op weg waren naar de noordelijke steden van Marokko en naar Europa. De naam Ouarzazate komt van een Berberse uitdrukking die ‘zonder lawaai’ of ‘zonder drukte’ betekent.
Het ligt op een hoogte van 1160 m, op het kruispunt van de Draa-vallei en de Dade. 
In 1928 werd deze voormalige garnizoensstad van het Franse vreemdelingenlegioen door de Fransen gesticht, vanwege de strategische ligging. Zo wilden zij de opstandige Amazigh (Berber)volken in de gaten houden.
De Glaoui-stam bouwde hier de Taourirt-kasba vanuit strategisch en commercieel oogpunt. 


de superksar Aït Ben Haddou via balken en zandzakken staken we de Oued Ounila over en dan door de poort naar de ksar

De ksar Aït Ben Haddou ligt aan een zijweg van de weg naar Marrakech. Deze superksar is de meest beroemde van Marokko omdat hij vaak als achtergrond fungeerde in Hollywoodfilms als Jewel of the Nile, Gladiator en Lawrence of Arabia.
Hoe oud hij precies is, is moeilijk te achterhalen, maar waarschijnlijk was het in de 11e eeuw een karavaanserai van de Almoraviden. Sinds de 16e eeuw is de ksar ontstaan, omdat karavanen met goud, zout en slaven deze plaats passeerden op de route van Marrakech en Ouarzazate naar het zuiden en vice versa. De Fransen legden rond 1930 een nieuwe weg aan over de Tizi n T’ichka waardoor veel inwoners naar elders vertrokken. 
De ksar is door de UNESCO verklaard tot nationaal erfgoed en ook de regering draagt sinds 1994 bij aan de restauratie. 

Er woont nog een zestal families, ook zijn er kleine winkeltjes met Amazigh (Berber)sieraden, tapijten en schilderijen.
De kasba’s zijn goed behouden gebleven en mooi versierd met abstracte Amazigh (Berber)motieven. 

de binnenplaats een oude lemen oven een gedeelte van de ksar moet nog worden gerestaureerd

In de ksar werkt een jonge schilder, Mohamed Outti, die Pyro aquarellen maakt. Hij gebruikt natuurlijke verfstoffen, Groene thee voor zwart, Saffraan voor geel, Indigo voor blauw en een mengsel van Indigo en Saffraan voor groen. De aquarel is eerst nauwelijks te zien maar als hij de het papier boven een brander verhit komen de kleuren tevoorschijn > Pyro aquarel dus

de ksar gezien vanuit het dorp Bovenop de heuvel staat een ruïne van een agadir (graanopslagplaats) ons eigen appartementje in Aït Ben Haddou

naar vorige dag

naar volgende dag