Reis Mexico-Belize (Maya route) 2011 |
|||
terug vorige dag |
naar de volgende dag |
||
Vierde dag: Chetumal > Palenque |
|
|
Uit de rechterboom loopt een zwart sap, als je dit aanraakt veroorzaakt het brandwonden | Het sap uit deze rode bomen is een remedie tegen de brandwonden van de vorige boom. Deze bomen worden door de Mexicanen "toeristenbomen" genoemd (ze zijn rood en ze vervellen) | Bloem van de Wasmalve (Malvaviscus arboreus),kaasjeskruidfamilie | |
Onderweg
kwamen we ook een colonne mieren tegen. Het waren rode Bladsnijdermieren
(Atta cephalotes) die met afgezaagde blaadjes op weg
waren naar
het mierennest. De mediawerksters van de bladsnijdermier verzameld de blaadjes en brengen ze naar het nest. In het nest worden de bladeren door kleine minimawerksters fijngekauwd tot pulp. Dit pulp gaat fermenteren en op dit goedje gaat en speciaal soort schimmel groeien, die knolletjes vormen. Deze knolletjes vormen het voedsel voor de mieren. De Minimawerkers zorgen voor de schimmeltuintjes en verzorgen de koningin, de Maximawerkers zijn de soldaten, zij beschermen het nest en de koningin. Daarvoor zijn ze groter en hebben ze sterke kaakspieren. |
|||
Xpujil of
Xpuhil is een stadje in de Mexicaanse staat Campeche.
Xpujil heeft 3222 inwoners en
is centrum van het biosfeerreservaat Calakmul. Dit is het
grootste aaneengesloten reservaat van Mexico. De
naam Xpujil is
afkomstig uit het Maya en is de naam van een plantensoort
die veel voorkomt in de regio. Xpujil ligt op de
hoogvlakte van Zoh Laguna in de regenwouden van Yucatán. Bij Xpujil bevinden zich ruďnes van een precolumbiaanse Mayastad waarvan het belangrijkste gebouw 3 torens (piramides) had |
|||
overzicht van de Maya tempel nu | reconstructie van de oorspronkelijke Maya tempel | ||
van de andere kant |
resten van het tableau aan de linker voorzijde |
De bomen zijn vaak in de ruines geworteld |
|
resten van de bijgebouwen | |||
Verder op weg naar Palenque, een heuvelachtig landschap | met soms wel erg kleurige huisjes | en dorpjes waar alles met driewielers vervoerd wordt | |
We gebruikten een Mexicaanse lunch in een wegrestaurant |
waar ook oliepalmen stonden |
||
eerst veel veeteelt |
daarna meer landbouw | maar steeds dezelfde gedoetjes waarin de bewoners meest buiten leefden | |
Het laatste stuk voor Palenque
bestond uit vrij drassig land afgewisseld met regenwoud. Een ideale plek voor watervogels, waarvan we er heel veel hebben gezien, zilverreigers, ooievaars (met zwarte kop), aalscholvers, roze lepelaars, en nog veel meer Verder natuurlijk veel roofvogels als de zeearend, de havik en veel aasgieren in de bomen. We zagen twee keer een kadaver met zo'n 20 aasgieren er omheen. Maar helaas ging de bus te snel (of ik was te langzaam) om een foto te kunnen nemen |
|||
De roze lepelaar (Platalea ajaja) heeft hier zijn fouragegebied | In deze streek komt de gele leguaan voor die we dan ook overal in de bomen zagen zitten. het dier is ca 1 meter lang | ||
Ten slotte een plaatje van een grote rivier die we overstaken. In het regenseizoen is deze rivier soms 15 km breed | |||