![]() |
Berkenfamilie (Betulaceae) |
![]() |
![]() |
Betulaceae, de berkenfamilie, omvat bekende struiken
en bomen als Betula (berk) , Alnus (els), Carpinus, Corylus en Ostrya
(hopbeuk).
Kemerk van deze familie is dat de mannelijke bloeiwijzen katjes
vormen.
Betula, de Berk, is een geslacht van bomen uit de
berkenfamilie. De bomen van dit geslacht komen verspreid voor over het
noordelijk halfrond: ze zijn uiterst winterhard. Enkele soorten zijn
op Groenland en IJsland de enige bomen die er van nature voorkomen.
Doordat berken ondiep wortelen zijn ze slecht bestand tegen droogte.
Kenmerkend voor enkele berkensoorten is het in horizontale banden
afbladderen van de bast op de stam. De nieuwe bast is soms wit, maar
kan ook rood of bruin zijn, afhankelijk van de soort.
Betula pendula, de ruwe berk, is een in Nederland zeer veel
voorkomende boomsoort die te vinden is in vrijwel alle loofbossen op
voedselarme bodem. Ook is het een opvallende boom, vaak alleenstaand,
op heidevelden. Kenmerkend zijn de wat ruw aanvoelende twijgen, de
oudere takken en stam die een witte bast dragen, de eirond-ruitvormige
bladeren, met een dubbel gezaagde rand.
De berk bloeit van eind maart tot begin mei. De mannelijke katjes zijn
steeds hangend. De vrouwelijke katjes staan aanvankelijk rechtop in de
oksels van schutblaadjes. In de loop van het rijpingsproces gaan de
vrouwelijke katjes hangen. De vruchten zijn gevleugelde nootjes en in
het rijpe vrouwelijk katje tref je daarnaast de katjesschubben aan. De
vrouwelijke katjes zijn over hun hele lengte even dik. De nootjes van
de Ruwe berk hebben vruchtvleugels die twee tot driemaal zo breed zijn
als het nootje.
Ruwe berk of Zilverberk (Betula pendula) | ||
![]() |
![]() |
![]() |
Nederland Wij-land 26 mei 2016 |
Nederland Loenen aan de Vecht 25 mei 2015 |
|
|
|
|
Nederland Kootwijk-Kootwijkerzand 8 september 2019 |
Alnus, de Els, is een geslacht uit de berkenfamilie (Betulaceae).
Het geslacht omvat circa dertig soorten die op het noordelijk halfrond
voorkomen. Het zijn vochtminnende loofbomen die bloeien voordat de
bladeren verschijnen. In de Benelux komen er twee soorten van nature
voor: de zwarte en de grauwe els. De bladeren lijken op die van de
hazelaar. Ze vallen groen van de boom en vertonen dus geen
herfstkleur.
De soorten zijn eenhuizig en hebben dus zowel mannelijke als
vrouwelijke bloeiwijzen. Deze worden katjes genoemd. De mannelijke
katjes zijn langwerpig en hangen. De vrouwelijke katjes zijn eivormig
tot langwerpig-eivormig en staan min of meer rechtop. Na de
bevruchting groeien de vrouwelijke katjes uit tot groene, ribbelige
kegeltjes. Deze rijpen in de herfst tot de zogenoemde elzenproppen
(kegels zonder zaad), die nog wel een jaar aan de boom kunnen blijven
zitten.
Alnus glutinosa, de zwarte els, is een boom uit de
berkenfamilie, inheems voor Europa en Azië. Zwarte elzen hebben een
vrij oppervlakkig wortelgestel waarmee ze veel water uit de grond
trekken. De boom kan 25 tot 30(35) m hoog worden, maar dat komt zelden
voor. De stelen zijn 2 tot 3,5 cm lang. De jonge delen zijn
kleverig.
De schors is eerst glad, glanzend grijsbruin, de zwarte els is
gemakkelijk te herkennen aan de grote omgekeerd eironde bladeren. De
top is stomp, uitgerand en de randen zijn grof dubbel gezaagd. De
bladeren worden 4–11 cm lang en hebben 5 tot 6(8) nervenparen.
De knoppen zijn kaal en staan op een steeltje. De houtige, mannelijke
katjes zijn langwerpig, 6 tot 12 cm lang. Tijdens de bloei hangen
ze slap. Het stuifmeel wordt door de wind verspreid. De vrouwelijke
vruchtkatjes zijn ovaal, roodbruin en zitten met drie tot vijf stuks
samen en zijn gesteeld. De elzenproppen worden gevormd door de
vrouwelijke bloemen. Het zijn de schutbladeren van deze bloemen die
houtig geworden zijn.
Zwarte els (Alnus glutinosa) |
||
|
|
|
Nederland Wij-land 26 mei 2016 |
IJsseldelta Kattegat 25 juni 2014 |
Corylus is een geslacht van bladverliezende heesters en bomen, van de gematigde streken van het noordelijk halfrond.
Corylus avellana, de hazelaar, is een in West-Europa
inheemse struik uit de berkenfamilie. De vrucht van de hazelaar is de
hazelnoot, waarvan de kern eetbaar is. De hazelaar wordt tot 6 m hoog
en gaat pas na tien jaar vrucht dragen.
De hazelaar is een "naaktbloeier": de plant bloeit als deze
nog geen bladeren heeft. Aan de hazelaar zitten de mannelijke en de
vrouwelijke bloeiwijzen apart. De mannelijke bloemen zitten in katjes
en zijn al in de zomer aanwezig in de oksels van de bladeren. Ze gaan
pas bloeien in januari. De vrouwelijke bloemen zitten met drie tot
vier stuks in een klein knopje bij elkaar. Tijdens de bloei zijn
alleen de rode stijlen met de stempels te zien.
De enkelvoudige, veernervig bladeren hebben een dubbel gezaagde
bladrand zonder insnijdingen. Ze hebben omgekeerd eironde bladeren met
toegespitste bladtop.
Hazelaar (Corylus avellana) | ||
![]() |
|
|
Nederland Gooimeer-eiland De Schelp 11 juli 2013 |
Nederland Heerhogowaard-Reigersdaal 11 januari 2020 |
![]() |