naar de vorige pagina

Kardinaalsmutsfamilie (Celastraceae)

Terug naar de startpagina

vorige blad

volgende blad

Celastraceae, de kardinaalsmutsfamilie, is een familie van tweezaadlobbige struiken, bomen en lianen. De familie zal ruim duizend soorten tellen in bijna honderd geslachten, waarvan het geslacht kardinaalsmuts (Euonymus) hier de bekendste vertegenwoordiger is.


Euonymus, de kardinaalsmuts, is een geslacht van ongeveer 170 tot 180 soorten uit de kardinaalsmutsfamilie. Het geslacht bestaat uit bladverliezende en groenblijvende struiken en kleine bomen. Het geslacht heeft een groot verspreidingsgebied in Europa, Azië, Australië, Noord-Amerika en Madagaskar.

Euonymus europaeus L., de Wilde kardinaalsmuts, is een bladverliezende struik uit de kardinaalsmutsfamilie. De struik is 1.5 tot 6 meter hoog en bloeit aan het begin van de zomer en vaak opnieuw in de nazomer. De bladeren zijn ca. 5 cm lang, langwerpig met een spitse top, een wigvormige voet en een ondiep gezaagde rand. Aan de voet van de korte bladsteel (ca. 5 mm) staan kleine steunblaadjes, die relatief snel afvallen. De bloemen zijn klein (doorsnede ca. 8 mm), met vier groene kelkblaadjes, vier afwisselend daarmee staande en langere witgroene vrije kroonblaadjes en vier voor de kelkblaadjes staande meeldraden. Gedurende de late zomer en de herfst worden de doosvruchten fel framboosrood; daarna springen de vier hokken met overlangse spleten open en komt er uit elk hok één zaad aan een dunne draad te hangen. De zaden zijn wit, maar helemaal omgeven door een feloranje zaadhuid.
Wilde kardinaalsmuts komt voor in Europa, van zuidelijk Zweden, Ierland, Wales en Engeland tot in noordelijk Turkije en noordelijk Iran, en oostelijk tot in de Kaukasus. Alleen in Zuidoost-Spanje ontbreekt ze.

Wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus L.)

Duitsland Sankt Aldegund  29 ‎september ‎2015

Catha edulis, qat, is een plant uit de kardinaalsmutsfamilie. Het is een bloesemdragende groene boom of grote struik die zijn oorsprong vindt in de Hoorn van Afrika en het Arabisch Schiereiland en tegenwoordig vooral wordt aangetroffen in Oost Afrika (met name Ethiopië en Kenia), evenals zuidwestelijk deel van het Arabisch schiereiland. Het groeit op hoogtes tussen 1500 en 2000 meter en bereikt meestal een hoogte van 6 à 7 meter.
Bladeren worden gebruikt als de gelijknamige drug qat. Het kauwen van de bladeren geeft een licht stimulerend effect.
De belangrijkste psychoactieve bestanddelen van qatbladeren zijn de fenylethylamines: alkaloïden (cathinon), norpseudoefedrine (cathine) en norefedrine. Dit zijn psychostimulerende stoffen die structureel verwant zijn aan amfetamine en noradrenaline.

Qat of mira / Khat (Catha edulis)

Ethiopië Jinka  22 ‎november ‎2012

vorige blad

volgende blad