Mirtefamilie  (Myrtaceae)

vorige blad

volgende blad

Myrtaceae, de Mirtefamilie, is een familie van tweezaadlobbige planten. Bekende vertegenwoordigers zijn de Eucalyptus, mirte en de rode lampenpoetser. Een heel bekend product is kruidnagel (iets minder bekend is piment), maar ook vruchten zoals de feijoa en guave behoren tot deze familie.

Eucalyptus is een geslacht uit de mirtefamilie. De struiken en bomen komen van oorsprong voor in Australië en aangrenzende gebieden. In hun oorsprongsgebied vormen ze de overheersende loofbomen.
Bosbranden komen veel voor in Australische landschappen en veel soorten Eucalyptus hebben zich daar aan aangepast. Deze soorten ontspruiten weer na een brand of hebben zaden die een brand kunnen overleven.
Een aantal soorten wordt in andere subtropische en tropische landen aangeplant voor de houtindustrie: dit zijn vaak snelle groeiers. Het hout wordt onder andere gebruikt voor de vervaardiging van papier en als brandhout. Om de malariamug te bestrijden worden ze soms aangeplant in moerassige gebieden.
Uit diverse eucalyptussoorten wordt aromatische olie gewonnen, die eucalyptol bevat. De olie wordt uit de bladeren gehaald en wordt gebruikt voor inhalatie bij verkoudheid om de luchtwegen vrij te maken.

Eucalyptus globulus, de blauwe gomboom, is een hoge, snelgroeiende, groenblijvende boom die stamt uit Zuid-Australië, die een hoogte van 40 m kan bereiken. De kroon is kegel- of koepelvormig, hoog en dicht. De boom heeft een rechte, cilindrische stam. De boomschors is afbladderend in grote, grijsbruine stroken. Daaronder is het wit, bruin- of grijsachtig.
De bladeren zijn sikkelvormig en 10-30 cm × 3-8 cm groot. Ze zijn glimmend donker blauwgroen en zijn voorzien van kliertjes. De jonge bladeren zijn langwerpig, tegenoverstaand en stengelomvattend.
De bloemen zijn witachtig en hebben een doorsnede van circa 4 cm. Ze zijn alleenstaand. De bloemknop heeft een dekseltje (operculum). Als de knop opengaat, gaat dat dekseltje eraf en komen er veel meeldraden tevoorschijn.

India Delhi  ‎25 ‎maart ‎2014	India Shivpatinagar  ‎25 ‎maart ‎2014

Eucalyptus robusta, de Swamp mahogany, is een boom afkomstig uit Oost- Australië . Hij groeit in moerassige of drassige bodems en is tot 30 m hoog. Het is een langlevende boom, kan minstens tweehonderd jaar oud worden. Bomen regenereren door hergroei van knoppen op de stam na bosbrand
Deze boom wordt in veel landen gebruikt als brandhout en als houtskool. Het hout is licht roodbruin van kleur en heeft een grove structuur.

Eucalyptus camaldulensis, de River red gum, komt van nature in heel Australië voor.
De boom wordt tot 40 meter hoog, groeit snel en heeft een korte massieve stam en uitgespreide kruin. De schors is glad, vaalgeel en grijs gevlekt en vervelt.
Volwassen bladeren groeien verspreid. Ze zijn 6-30 × 0,8-2 cm groot, smal lancetvormig tot lancetvormig, dof en meestal bleek eenkleurig, dun en gesteeld.
De knoppen zijn 6-10 × 4-5 mm groot en zitten op een slanke 3 tot 8 mm lange steeltje. De bloem staat op een slanke cilindrische 6 tot 15 mm lange stengel. Ze heeft een vijf tot tienbloemig scherm. De boom bloeit  bijna het hele jaar door en produceert waardevolle honing
De boom wordt commercieel verbouwd voor het hout en produceert uitstekende houtskool. De kino wordt gebruikt voor de productie medicijnen.

Syzygium is een geslacht van groenblijvende bomen en struiken binnen de mirtefamilie binnen  een inheems verspreidingsgebied dat zich uitstrekt van Afrika en Madagaskar via Zuid -Azië naar het oosten door de Stille Oceaan.
De economisch meest belangrijke soort is echter de kruidnagel Syzygium aromaticum , waarvan de ongeopende bloemknoppen een belangrijke specerij zijn.
Verschillende soorten Syzygium dragen vruchten die eetbaar zijn voor mensen, waarvan er vele rozenappel "roseapple" worden genoemd.

Syzygium jambos, de rozenappel of Djamboe aer mawar, is een plant uit de mirtefamilie die inheems is in Maleisië en Indonesië..
Het is een groenblijvende, dichtbebladerde struik of tot 12 m hoge boom met een brede, dichte kroon. De vegetatieve delen van de plant zijn giftig. De tot 25 × 7 cm grote bladeren zijn smal-ovaalvormig en puntig.
De geurige, witte of gelige, tot 10 cm brede bloemen staan met drie tot acht stuks bijeen en hebben tweehonderd tot vierhonderd opvallende, tot 4 cm lange meeldraden en bestaan uit een vierslippige kelk en vier concave kroonbladeren.
De vrucht is een tot 5 cm lange, afgeronde of eivormige bes. De vrucht wordt rijp groen tot lichtgeel of rood, afhankelijk van het ras. De kelkbladen vormen aan het uiteinde van de vrucht een blijvende kroon. 
De vruchten worden als handfruit gebruikt of verwerkt in compote, jam en gelei. Uit gedestilleerd sap van de vruchten kan een hoogwaardig rozenwater worden vervaardigd.

Syzygium malaccense, de Maleisische rozenappel of djamboe bol (andere benamingen: Malay rose apple, Mountain apple, Malay apple, Rose apple, Otaheite cashew, Pink satin-ash or Pommerac) is een groenblijvende, diep vertakte, tot 25 m hoge boom met een rechte stam en een kegelvormige of cilindrische, dichte kroon. De tegenoverstaande, leerachtige bladeren zijn donkergroen, ovaal-langwerpig, toegespitst, gaafrandig en 12-45 × 5-20 cm groot. De bladeren zijn aan de bovenkant donkergroen en glanzend. De bladstelen zijn 0,5-2 cm lang. De bloeiwijzen ontspringen uit stam en dikke takken (cauliflorie) en bevatten tot twaalf bloemen.
De violette of donkerrode bloemen zijn 5-7,5 cm breed en bestaan uit vijf groene kelkbladeren en vier meestal paarsroze tot donkerrode (soms witte, gele of oranje) kroonbladeren. In het midden van de bloem ontspringen zeer vele, opvallende, tot 4 cm lange meeldraden in dezelfde kleur als de hele bloem.
De vruchten zijn langwerpig, peervormig of klokvormig, vaak in de lengte geribd en 5-12 × 2,5-7,5 cm groot. Aan het uiteinde van de vruchten zit een inkeping, waar vroeger de kelk zat. De dunne schil is glad, glanzend, wasachtig en wordt rijp roze, bruinrood of felrood. Het witte, matig sappige vruchtvlees is mild zoetzuur, appelachtig en weinig aromatisch van smaak. De vruchten zijn zaadloos of bevatten een enkel bolvormig zaad of twee halvemaanvormige, 1,6-2 cm lange zaden

Callistemon citrinus, de rode lampenpoetser, is een plant uit de mirtefamilie. De rode lampenpoetser is inheems in Australië. De plant is aangepast aan periodiek afbranden. De vluchtige olie uit de bladeren komt bijna explosief tot ontbranding en neemt zuurstof voor de vlammen weg om zo de plant te beschermen tegen het vuur.
Het is een struik of tot 12 m hoge boom met deels opgerichte takken en deels overhangende takken. De bladeren zijn afwisselend geplaatst, smal, tot 10 cm lang en stijf. De bloemen groeien in rijkbloemige, dichte, tot 12 cm lange, cilindrische, borstelvormige, eindstandige bloeiwijzen en hebben vijf onopvallende kelk- en kroonbladeren.

Callistemon speciosus, de Albany bottlebrush of Cepillo, is inheems in Zuidwest-Australië, het is een struik of kleine groenblijvende boom, met grijze of bruinachtige gebarsten schors, tot ongeveer 8 m hoog met bolvormig bladerdak en afhangende takken. 
De bladeren op korte steel hebben een intens groene kleur, afwisselend geplaatst, lansvormig met stompe top, 4 tot 10 cm lang, 0,5 tot 1 cm breed.
De bloemen zijn dicht, 5-15 cm lange cilindrische, borstelvormige, eindstandige bloeiwijzen, met tal van bloemen met 5 onopvallende kelkbladen en 5 groene bloemblaadjes, ongeveer 0,6 cm lang, en talrijke rode meeldraden met gele helmknoppen, 2,5 cm lang en een stijl met een ringvormige, geelgroene honingklier

vorige blad

volgende blad