naar de vorige pagina

Muskaatfamilie (Myristicaceae)

Terug naar de startpagina

vorige blad

volgende blad

Myristicaceae is een botanische naam voor een familie van bedektzadige planten, ook bekend als nootmuskaatfamilie of muskaatfamilie.
De familie telt enkele honderden soorten, van vrijwel uitsluitend bomen. Deze komen voor in de tropen. De familie is het best bekend als leverancier van nootmuskaat en foelie, beide van Muskaatboom (Myristica fragrans). Verder levert de familie wel hout, vooral gebruikt als schilfineer.


Myristica fragrans, de muskaatboom, is een groenblijvende boom uit de muskaatfamilie. Van de vruchten van de boom worden de specerijen nootmuskaat en foelie gemaakt. De soort is oorspronkelijk afkomstig uit de Banda-eilanden in Indonesië, maar wordt tegenwoordig overal in de tropen verbouwd.
De muskaatboom kan 5 tot 18 m hoog worden. De schors is glad en behaard, bij jonge twijgen olijfgroen van kleur. De loofbladeren staan alleen en zijn met een 6 tot 12 mm lange steel aan de takken bevestigd. De bladeren zelf zijn stevig en bijna lederachtig, met een donkergroene bovenkant en een lichtere onderkant. Ze worden 4 tot 8 cm groot. 
De mannelijke bloemen bestaan uit drie of vier 5 tot 7 mm lange bleekgele kroonbladeren met daarin 9 tot 12 meeldraden. Ze groeien in groepen van minstens vier tot meer dan acht bloemen op een korte (2 tot 5 cm grote) steel. De vrouwelijke bloemen groeien op een steel van 8 tot 12 mm en staan alleen of met enkele bloemen samen. Ze hebben dezelfde kleur als de mannelijke bloemen maar zijn iets kleiner.
Uit het vruchtbeginsel groeit bij de vrouwelijke planten peer- tot kogelvormige doosvruchten, die wanneer ze rijp zijn een okergele tot oranje kleur hebben. De vruchten zijn 8 tot 10 cm lang en 3,5 tot 5 cm in doorsnee.

Muskaatboom (Myristica fragrans)

Indonesië Sulawesi Batutumonga  12 ‎mei ‎2017

Indonesië Sulawesi Rappang  14 ‎mei ‎2017


Myristica maxima, de Darah-dahra of Weeping tree, de grootste boom in de muskaatfamilie die van nature voorkomt  in moerasbossen tot 700 m hoogte in Thailand, het schiereiland Maleisië, Singapore en Borneo en daar bekend is onder de namen: Darah-darah, Koomping, Kumpang, Mandarahan en Rah.
De boom is groenblijvend met een diepe en dichte, smalle, piramidale kroon die 15 tot 41 m hoog kan worden, de stam kan 97 cm dik worden, uit de schors van de meeste soorten in dit geslacht komt rood sap (kino) dat kan worden gebruikt als kleurstof dat een permanente bruine vlek geeft.
De bloemen bloeien het hele jaar door en zijn ca. 5 mm diameter, geel-roze, geplaatst in groepen aan het eind van de takken. Vruchten zijn ca. 59 mm lang, geelbruin, kort-harig. Zaden zijn geel tot rood.

Darah-darah / Weeping tree  (Myristica maxima)

Mauritius Pamplemousses  ‎21 ‎november ‎2014


vorige blad

volgende blad