naar de vorige pagina

Palmenfamilie  (Palmae of Arecaceae)

Terug naar de startpagina

vorige blad

volgende blad

Palmae of Arecaceae, de Palmenfamilie, is de enige familie in de orde Arecales. Van de palmenfamilie zijn bijna 4000 soorten bekend. Hoewel er wel winterharde palmsoorten bestaan, komen de meeste soorten van nature voor in tropen of subtropen.
Palmen hebben meestal een schijnstam. De planten ontwikkelen een enkele stengel met één groeipunt. De stengel bestaat uit opeengestapelde bladvoeten en bevat geen bast. Hierdoor kan de plant ook niet in de dikte groeien, zoals echte bomen. Voordat een jonge palm de hoogte in kan groeien moet een bepaalde breedte zijn bereikt. Hierdoor lijkt de groei van een jonge plant langzamer te gaan dan die van een reeds oudere palm.

Jonge palmen bloeien niet. Dat gebeurt pas na een aantal jaar (bij sommige soorten na een jaar of vijf, bij andere pas na 50 jaar). De meeste palmen bloeien jaarlijks, maar er zijn ook soorten die na de bloei afsterven zoals echte sagopalm en de parasolwaaierpalm, die de grootste bloeiwijze in het hele plantenrijk heeft. De bloem is onopvallend en de bestuiving gebeurt meestal via de wind, maar bij sommige soorten door insecten. De bloemen zitten meestal aan een tros. De levensduur van de bloemen is kort en duurt zelden langer dan één dag.


Phoenix dactylifera, de dadelpalm, behoort tot de palmenfamilie. Ze wordt op grote schaal aangeplant voor de eetbare vruchten, de dadels. Deze aanplant gebeurt reeds duizenden jaren: daardoor is het oorspronkelijke verspreidingsgebied niet exact bekend. Waarschijnlijk is dit Zuidwest-Azië of Noord-Afrika.
De palm wordt tot 15 à 25 meter hoog, waarbij meerdere stammen kunnen opschieten vanuit één en hetzelfde wortelstelsel. De bladeren zijn samengesteld en kunnen tot 3 meter lang worden. Een dergelijk samengesteld blad bestaat uit ongeveer 150 deelbladeren, elk zo'n 30 cm lang en 2 cm breed. De bestuiving van de bloemen geschiedt in natuurlijke omstandigheden door de wind; in moderne commerciële plantages gebeurt dit nagenoeg volledig manueel: hierbij levert één mannelijke plant voldoende stuifmeel om 50 vrouwelijke bomen te bestuiven. Aangezien mannelijke planten nooit dadels dragen, hebben deze enkel hun nut om de bloemen te bestuiven.
Egypte levert jaarlijks 1,100,000 ton aan dadels, 16.2% van de wereldproductie.

Dadelpalm (Phoenix dactylifera)

Egypte Dromos tussen Luxor en Karnak  5 ‎maart ‎2010

Egypte Sakkara  14 ‎maart ‎2010

Marokko Jorf  27 ‎april ‎2019

Marokko El Khordat  ‎28 ‎april ‎2019

mannelijke palmbloem - Marokko El Khordat  ‎28 ‎april ‎2019

vrouwelijk vrucht - Marokko El Khordat  ‎28 ‎april ‎2019


Cocos nucifera, de Kokospalm,  behoort tot de palmenfamilie. Het is de enige soort in het geslacht Cocos, een zogeheten monotypisch geslacht.
De palm kan tot 30 m hoog worden en heeft 4–6 m lange bladeren. De oude bladeren vallen af, maar de bladvoeten blijven zitten en vormen zo de stam. De stam is een schijnstam, omdat deze niet op de gewone wijze gevormd wordt zoals bij een boom, maar door stapeling van de bladvoeten.
De palm bloeit het hele jaar door. In de bloeiwijze komen zowel vrouwelijke als mannelijke bloemen voor. In het algemeen is de kokospalm een kruisbevruchter, maar er komen ook zelfbevruchtende dwergrassen voor.
De kokosnoot, ook bekend als 'klapper', is eigenlijk geen noot maar een steenvrucht en wordt voor verschillende doeleinden gebruikt. In sommige delen van de wereld worden de vruchten geoogst door getrainde apen.

Kokospalm of klapperboom (Cocos nucifera

Madagaskar Manakara - 9 ‎november ‎2014

Mexico Cancún  2011

Maleisië Kuala Lumpur 17 ‎oktober ‎2009


Attalea cohune, de Cohune palm (ook Rain tree, American oil palm, Corozo palm of Manaca palm), is een palmensoort die voorkomt in Mexico en delen van Midden America.
De noten van de cohune palm worden gebruikt voor de productie van cohune olie en voor het maken van sieraden van Tagua, ofwel plantaardig ivoor.
Cohune olie wordt door de Maya gemeenschap in Belize, Guatemala en Honduras gebruikt bij het koken, voor het maken van zeep en als lampolie.

Cohune palm (Attalea cohune)

Belize Lamanai-regenwoud  5 ‎december ‎2011


Phytelephas aequatorialis, de Tagua-palm of Ecuadoriaanse ivoorpalm, groeit in tropische regenwouden van de Zuid-Amerikaanse kustregio’s grenzend aan de Stille Oceaan. Vooral in Colombia, Peru, Ecuador, Panama en Brazilië komt de Tagua palm voor.
Tagua, ofwel plantaardig ivoor, is een zaad of noot van de vrouwelijke Tagua palm. Het is een bijzonder harde noot die zich prachtig laat polijsten en bewerken, groeit aan de tagua-palm, ook olifantsboom. De noot is 4-8 cm, de witte kern zit in een bruin, vlokkig vel, heeft de vorm van een kleine avocado; hij groeit aan de ivoornootpalm en heet ook plant-ivoor, want kan het olifanten-ivoor vervangen

Tagua palm / Ecuadorian ivory palm (Phytelephas aequatorialis)
Ecuador Guayaquil  28 ‎september ‎2013 Ecuador Baños  18 ‎september ‎2013 Kerststalletjes van Tagua   Ecuador Baños  18 ‎september ‎2013

Cyrtostachys is een lid van de Palmenfamile. De palm is inheems in Thailand, Maleisië, Sumatra, Borneo in Indonesie en Nieuw Guinea.

Cyrtostachys renda, de Lippenstiftpalm of rode zegelwaspalm wordt zo genoemd vanwege de felrode delen op de bladnerven en de, tot 6 meter hoge, stammen.

Lippenstiftpalm of rode zegelwaspalm / Lipstick palm or Red sealing wax palm (Cyrtostachys renda)

Maleisië Kuala Lumpur  17 ‎oktober ‎2009

Roystonea regia, de koningspalm, is een rechtopstaande, tot 25 meter hoge palm. De stam van deze palm is ongewoon glad, doordat oude bladeren volledig worden afgestoten. De bladeren zijn geveerd, tot 3,5 m lang, steil oprijzend tot afstaand of iets omlaagstaand en boogvormig overhangend. 
De bloeiwijzen groeien onder de gladde, groene, aan de basis iets verdikte bladschedenbundel. De bloemen zijn geelwit en groeien in grote, sterk vertakte pluimen. De bolvormige, 1 cm grote vruchten rijpen van groen via rood naar zwart.
De koningspalm komt van nature voor op Cuba en in Florida.

Koningspalm / Cuban royal palm (Roystonea regia)

Maleisië Kuala Lumpur  17 ‎oktober ‎2009

India Shivpatinagar  25 ‎maart ‎2014


Trachycarpus fortunei, de Chinese windmill palm, Windmill palm of Chusan palm, een palmboom in de palmenfamilie, inheems in delen van China, Japan, Myanmar en India.

Chinese henneppalm / Chinese windmill palm, Windmill palm or Chusan palm (Trachycarpus fortunei)

China Hongkong  17 ‎april ‎2011


Licuala grandis, de Gegolfde fanpalm, Vanuatu fanpalm of Palas palm, is een palmboom, inheems in Vanuatu, een eiland natie in de Stille Oceaan

Hyphaene thebaica, de doumpalm (doom palm) of gingerbread tree (peperkoekboom), is een palmboom met eetbare ovale vruchten, inheems op het Arabische Schiereiland en in de noordelijke helft van Afrika. De doumpalm groeit tot 17 m hoog. De stam, die een omtrek van maximaal 90 cm, kan zijtakken hebben en heeft bosjes van grote bladeren aan de uiteinden van de takken. De schors is vrij glad, donkergrijs en draagt de littekens van gevallen bladeren. 

Medemia argun, de Argun palm, is een zeldzame palmboom soort bloeiende plant, in de familie Arecaceae (Palmae) inheems in Afrika. Het is de enige soort in het geslacht Medemia. De gedroogde dadels van de palm zijn gevonden in oude Egyptische graven. Medemia argun is alleen te vinden in de oases van de Nubische woestijn, in Egypte en Soedan.

Palas Palm  (Licuala grandis) Doum palm (Hyphaene thebaica) Argun palm (Medemia argun)

Maleisië Kuala Lumpur  17 ‎oktober ‎2009

‎Egypte Kom Ombo  6 ‎maart ‎2010

‎Egypte Abu Simbel  11 ‎maart ‎2010


Bismarck palm (Bismarckia nobilis) Oliepalm (Elaeis guineensis) Toddy Palm (Borassus flabellifer) Zegepalm (Serenoa repens)

Madagaskar Ranohira - 15 ‎november ‎2014

Mexico Palenque 2011

Nepal Godvari  ‎4 ‎april ‎2014

Mexico Tulum ‎4 ‎december ‎2011


Root Spine Palm (Cryosophila stauracantha)

Belize Lamanai-regenwoud  ‎5 ‎december ‎2011


vorige blad

volgende blad