Wielwebspinnen   [Araneidae]

vorige blad

terug naar schema

Wielweb Een wielweb is een plat rond, verticaal geplaatst web met draden die vanuit het midden van het web naar de buitenrand lopen.  Het centrum van een wielweb is een waar kunstwerk en lijkt soms op een roos in het platte vlak.  Door sommige wielwebspinnen wordt een zichtbaar dikkere witte spinseldraad in het web gevlochten. Dit weefsel wordt het stabilimentum genoemd. Spinnen van het geslacht Argiope (zie: Wespspin) weven zo twee extra zigzagbanden vanuit het centrum.  Spinnen van het geslacht Gasteracantha (zie: Long-winged kite spider) weven een spiraalvorm vanuit het centrum (zie hiernaast) De functie van dit stabilimentum is niet duidelijk, vermoed wordt dat dit dient als afschrikking of als extra versteviging

De meeste Europese soorten bouwen typische, min of meer verticaal gespannen wielnetten van verschillende grootte en hoogte. Zo kan het web van Araneus diadematus (tuinspin) en Araneus angulatus (gehoornde kruisspin) een diameter van 50 cm bereiken. De samenstelling van het dieet is grotendeels afhankelijk van het leefgebied. In de overgrote meerderheid van de gevallen vertonen orb-webspinnen nauwelijks speciale prooivoorkeuren en accepteren ze bijna alles wat in het web terechtkomt. Vooral van de grote Argiope-soorten is bekend dat ze jagen op defensieve vliesvleugeligen en bladsprinkhanen. In het laboratorium at A. diadematus zelfs kleine naaktslakken die in zijn vangnet werden gegooid (Nyffele & Symondson 2001).

Sommige vertegenwoordigers, waaronder A. bruennichi, nemen extra verticale zijden vellen, zogenaamde stabilimenten, op in hun netten. Cyclosa conica, een kleine bolwebspin met een wigvormig opisthosoma, bouwt zelfs prooiresten in zijn stabilisatie.

Cyclosa conica met stabilisatie Of de stabilisatoren alleen een camouflerende of ook een stabiliserende functie hebben, wordt vandaag de dag nog steeds besproken onder experts. Ze kunnen ook worden gebruikt om prooien aan te trekken (Tso 1998).

Sommige soorten orbwebspinnen zitten ook overdag in het midden van het web, zoals A. diadematus, terwijl andere strikt nachtdieren zijn en zich overdag verstoppen in natuurlijke of zelfgemaakte schuilplaatsen in de buurt van het web. Verschillende soorten (bijv. de mandspin Agalenatea redii) bouwen zitstokken van dicht geweven spinrag naast hun web, waarin ze overdag zitten.

De Opuntia-spin Cyrtophora citricola, een soort die vooral in het Middellandse Zeegebied voorkomt, bouwt een sterk gemodificeerd wielweb. Het bestaat uit een horizontaal gaasplafond met struikeldraden die er verticaal boven zijn gespannen.

In de tropen hebben sommige soorten de webconstructie sterk verminderd of zelfs helemaal opgegeven. De Amerikaanse Bolaspins van het geslacht Mastophora weven bijvoorbeeld slechts een enkele draad, die vrij aan de voorpoten hangt, met aan het uiteinde een lijmdruppel die speciale feromonen (seksuele lokstoffen) bevat. Deze draad wordt naar een insect geslingerd dat erdoor wordt aangetrokken, zodat het vast komt te zitten aan de kleverige druppel.

vorige blad

terug naar schema