naar de vorige pagina

Reis Ecuador en Galápagos eilanden 2013

Terug naar de startpagina
terug naar Ecuador info

naar de eerste dag


 

Calápagos Info

Zo’n 1000 kilometer uit de kust van Ecuador, in de Stille Oceaan, bevinden zich de Galápagos Eilanden (Schildpaddeneilanden, Islas Galápagos of Archipiélago de Colón). De groep bestaat uit 13 grote en meer dan 40 kleine eilanden. Het bijzondere van deze, van oorsprong vulkanische,  eilanden is dat ze nooit in contact zijn geweest met het vasteland. Planten en dieren hebben zich daardoor op een speciale manier geëvolueerd. Doordat de dieren geen natuurlijke vijanden kennen, hebben zij hun oorspronkelijke schuwheid verloren en zijn onvoorstelbaar tam geworden.
De bewoners van de Galápagoseilanden leven van de verbouw van suikerriet, katoen, groenten en vruchten en verder van de visserij en veeteelt en natuurlijk van het toerisme.

 

De Galápagos eilanden zijn van vulkanische oorsprong en geologisch gezien erg jong, de oudste toppen zijn 4-5 miljoen jaar oud en het gebied is een van de meest actieve vulkanische gebieden ter wereld.
Toen de eilanden gevormd werden, waren het kale vulkanische rotsen.  
De kuststreken van de eilanden zijn vaak woestijn- of steppeachtig. Alleen op de hoogste delen van de hellingen van de vulkanen vindt men tropisch bos. 
In 1959 is de archipel tot nationaal park uitgeroepen.
  • Isabela 4588 km²
    Isabela is het grootste en een van de jongste eilanden van de Galápagos. Het eiland is gevormd door zes schildvulkanen - Alcedo, Cerro Azul, Darwin, Ecuador, Sierra Negra en Wolf
    Het hoogste punt is de Cerro Azul en meet 1689 meter. 
    Op het eiland Isabela, komen nog regelmatig erupties voor.
  • Santa Cruz 986 km²
    Op het eiland bevindt zich het hoofdkantoor van het Galápagos Nationaal Park, het Charles Darwin onderzoeksstation, en het vissersdorp Puerto Ayora. Santa Cruz is het enige eiland met een openbare weg
  • Fernandina 642 km²
    Op het eiland Fernandina komen nog regelmatig erupties voor, de laatste die van de vulkaan La Cumbre in 2009
  • San Salvador/Santiago 585 km²
  • San Cristóbal 558 km²
    Op het eiland ligt de hoofdstad Puerto Baquerizo Moreno waar ongeveer de helft van de bevolking woont.
  • Floreana/Santa Maria 172 km²
  • Marchena 130 km²
    Op het eiland Marchena komen nog regelmatig erupties voor
  • Española 60 km²
  • Pinta 59 km²

Kleine eilandjes onder andere:

  • Genovesa, Santa Fe, Darwin, Isla Wolf, Rabida, Pinzon, Bartolome, Seymour Norte
  • Baltra, De luchthaven van de Galápagos,
  • Daphne,  Plazas en Isla Mosquera

Geschiedenis
De eilanden werden in 1535 ontdekt, toen de Dominicaanse bisschop Tomás de Berlanga uit Panama per ongeluk, op zijn tocht naar Peru, afdreef en op een aantal eilanden stuitte. In zijn rapport over de ontdekking sprak hij over gigantische ‘galápagos’, schildpadden en de naam voor de eilandengroep was geboren. Drie eeuwen lang dienden ze als rustpunt voor walvisvaarders en piraten, die er vers eten insloegen; schildpadden gingen levend mee in het ruim.
De beroemdste bezoeker is ongetwijfeld Charles Darwin, die in 1835 vijf weken lang bewijsmateriaal zocht (en vond) voor zijn evolutietheorie. In 1859 publiceerde hij zijn meesterwerk ‘On the Origin of Species’.
In 1832 werden de Galápagos tot Ecuadoriaans territorium verklaard en tot 1959 werden ze gebruikt als strafkolonie. In dat zelfde jaar werd de eilandengroep het eerste Nationaal Park van Ecuador.
In 1964 bouwde de Ecuadoriaanse regering (op het eiland Santa Cruz) het Charles Darwin Research Centre. 97% van het gebied op de eilanden zit in het Nationale Park (de rest is bebouwde kom, of farm) 
Op de eilanden zijn in totaal ongeveer 50 plaatsen, die bezocht mogen worden. De rest is beschermd gebied.


Charles Darwin


Flora en fauna
Aan de kust groeien bijzondere cactusachtige gewassen als Euphorbia viminea en Opuntia galápagensis en vormen daar soms gigantische schijfcactuswouden. De metershoge candelabra-cactus is opvallend door zijn grote buisachtige bladeren. Aan de kust vinden we verder onder andere verschillende soorten mangrove: zwarte, witte, rode en knoopmangrove.
Een andere opvallende plant is de "palo santo", waarvan het hout een opvallende geur verspreid, die als wierook naar het vasteland van Ecuador geëxporteerd wordt. De lavacactus groeit op pure lava. Opmerkelijk is dat er geen palmbomen op de eilanden voorkomen, dit in tegenstelling tot alle andere eilanden in de Grote Oceaan. In het binnenland, waar het wat vochtiger is, wordt het landschap gekarakteriseerd door uitgestrekte savannen. Hier groeit bijvoorbeeld de "lechesos", een 10 meter hoge soort zonnebloem. Bloemen hebben alleen een witte of gele kleur. De jongere eilanden zijn vrijwel onbegroeid.

Vogels, reptielen en zeezoogdieren zijn de belangrijkste bewoners. Er zijn weinig landzoogdieren en dat verklaart het feit dat de meeste dieren niet bang zijn: er is weinig op ze gejaagd. De dieren evolueerden wel (om zich beter te kunnen aanpassen) en zelfs zo drastisch dat er een aantal generaties later duidelijk sprake was van een andere soort: Darwin’s theorie over ‘evolutie door natuurlijke selectie’. Een aantal soorten is endemisch op de Galápagos, wat wil zeggen dat de betreffende soort alleen daar voorkomt.

De leguanen of iguana's zien er prehistorisch uit. De zeeleguaan is de enige ter wereld die lang onder water kan blijven, sommigen meer dan een uur. Ze voeden zich voornamelijk met zeewier en leven voornamelijk bij Punta Suárez op het eiland Española. Op Isabela, Fernandina, Santa Cruz en Santa Fé komen twee soorten met uitsterven bedreigde landleguanen voor die meer dan 1,5 meter groot kunnen worden. Ze kunnen ongeveer 60 jaar oud worden. Ook de endemische reuzenschildpad wordt met uitsterven bedreigd door de eeuwenlange jacht op het dier.
De eilanden zijn naar deze dieren vernoemd. Er leven nog ongeveer 15.000 dieren, waarvan de meeste in reservaten. Er hebben veertien subsoorten bestaan waarvan er inmiddels al drie zijn uitgestorven. Ze kunnen 250 kilo wegen en tot 1,5 meter hoog worden.
De maximale leeftijd schat men op ca. 150 jaar. De groene Pacific-zeeschildpad is een van de vier soorten zeeschildpadden die op de Galápagoseilanden voorkomen. Ze zijn kleiner dan hun landgenoten, maar kunnen toch nog wel 150 kilo wegen. Andere soorten die soms te zien zijn: de lederschildpad en de onechte karetschildpad. Op de eilanden komen drie soorten van het geslacht Dromicus voor. Het zijn wurgslangen die ca. 1 meter lang kunnen worden. Andere reptielen zijn gekko's en lavahagedissen.  


Het weer op de Galápagos
Het klimaat op de Galápagos Eilanden is (sub)tropisch. De Galápagos Eilanden kennen twee seizoenen. Het "hete" en "natte" seizoen loopt van ca. januari tot juni en heeft een gemiddelde temperatuur van 28 graden. Het "droge" en "koele" seizoen loopt van juni tot december en heeft een gemiddelde temperatuur van 18 graden. Het water is rond de 23°C. De koele periode wordt ook wel het garúa-seizoen genoemd dat betrekking heeft op de mistbanken die in deze periode vaak over de eilanden hangen. In de maanden oktober en november kan de zee enigszins ruig zijn.
De garúa wordt veroorzaakt door de koude Humboldtstroom die afkomstig is van de zuidkust van Chili. 
 

Vulkanen
De Galápagos eilanden zijn van vulkanische oorsprong en honderden vulkanen bepalen dan ook het landschap. De oudste toppen zijn 4-5 miljoen jaar oud en het gebied is een van de meest actieve vulkanische gebieden ter wereld. 
Op de eilanden Isabela, Fernandina en Marchena komen nog regelmatig erupties voor, 
de vulkaan 
Op het eiland Ferdinanda barste in april 2009 de vulkaan La Cumbre uit. 
Cerro Azul op Isabela staat bekend als een van de meest actieve vulkanen. Met 1689m  is het ook de hoogste piek van de Galápagos. Laatste uitbarstingen in mei en juni 2008.

terug naar Ecuador info

naar de eerste dag