Reis Marokko 2019 |
|||
naar vorige dag |
naar volgende dag |
dag 2 - 23 april - Casablanca > Rabat > Meknès
|
Casablanca is niet de hoofdstad van Marokko, dat is Rabat, maar het is wel het commerciële en financiële centrum van het land. Er is niet zo heel veel te zien in Casablanca, maar de Hassan II moskee met zijn prachtige, moderne islamitische architectuur is wel de moeite waard.
De Hassan II is de enige moskee in Marokko die bezocht kan worden door niet-moslims. Helaas alleen met een rondleiding van een uur en daarvoor hadden we vandaag geen tijd. |
Sultan
Hassan II - moskee Aan dit statussymbool van Casablanca en van Marokko werd in 1980 ter ere van de zestigste verjaardag van koning Hassan II begonnen. De door de Franse architect Michel Pinseau ontworpen moskee, zou die van Mekka moeten evenaren. Wat betreft de minaret is dit gelukt, met zijn 200 meter is hij de hoogste in de wereld. ’s Nachts is hij verlicht met twee laserstralen richting Mekka. De moskee waarin 25000 gelovigen binnen een plek kunnen vinden (buiten plaats voor 85.000 mensen), is de grootste moskee van het land en behoort tot de 7 grootste moskeeën in de wereld. Hij was in 1993 gereed en kostte bijna een biljoen euro waarvan een groot deel min of meer onvrijwillig door de Marokkaanse bevolking is betaald. De gebedshal is 2000 m² groot en heeft een verplaatsbaar dak. De vloer is van glimmend marmer dat door de sfeervolle verlichting van enorme lampen op water lijkt. Er zijn twee hangende mezzanines (vrouwengedeeltes) waarvan de trappen versierd zijn met prachtig houtsnijwerk. Ze bieden plaats aan 5000 vrouwen. |
de witte huizen van Casablanca zijn rijkelijk voorzien van schotelantennes |
Chella (Sala) was een Romeinse stad
in de Romeinse provincie Mauretania Tingitana, gelegen bij een
buitenwijk van het huidige Rabat in Marokko. Tegenwoordig wordt
de plaats aangeduid als Chella. Er zijn ruïnes aangetroffen uit
de oudheid en de middeleeuwen. Het is de oudste nederzetting aan
de rivierdelta van de Bou Regreg.
In
een parkachtige omgeving liggen hier naast Romeinse ruïnes
maraboets van Merindische vorsten, een kleine moskee en een
vijver vol heilige palingen
Tegenwoordig hebben zich in Chella ooievaars genesteld op elke beschikbaren kolom.
de entreepoort van Chella |
Chella is één van de mooiste plekjes van de stad, hoog op een berg |
gebouwd op Romeinse grondvesten |
nog steeds in de regen maar nu wel met jassen aan bekeken we de ruines | maraboets (woningen) en graven van Merindische vorsten |
Minaret uit de 13e eeuw met bovenop een ooievaarsnest | twee baltsende ooievaars gaan hier hun gezin stichten |
Na ons bezoek aan Chella, de oorsprong van Rabat, staken we de Bouregreg over naar de hoofdstad van Marokko, Rabat |
Rabat
Al in de paleolithische tijd waren de vlaktes landinwaarts van Rabat
bewoond. De oudste nederzetting,
Salé,
het huidige Chellah, werd door de Feniciërs en Carthagers als
handelspost gebruikt. Voor de Romeinen was het hun meest zuidelijke
kolonie die lang bleef bestaan. Hierna ontstond de onafhankelijke
staat van de Zenata Berbers, die in de 8e eeuw een ribat (versterkt
klooster) bouwden op de plaats van de huidige kasba. De naam Rabat is
hiervan afgeleid.
Nadat de nieuwe stad Salé in de 11e eeuw was gesticht, raakte Chellah
in verval. De nieuwe machthebbers, de Almohaden, bouwden de ribat om
tot kasba van waaruit ze naar Andalusië gingen om hun islamitische
macht te vestigen.
Onder de kalief Yacoub el-Mansour werd Rabat een
koningsstad en werd de kasba Ribat al Fatah (overwinningsfort)
genoemd. Andere indrukwekkende bouwwerken van hem zijn de ingang van
de kasba, de Bab Oudaïa, de Bab er Rouah bij de Place An Nasr, vijf
kilometer vestingwerken en de Hassan-toren. El Mansour wilde de
grootste moskee in de islamitische wereld bouwen, maar door zijn dood
in 1199 kwam het niet verder dan een onafgemaakte minaret, die het
herkenningspunt van Rabat is geworden.
Aan het eind van de 18e eeuw werd Rabat weer even
koningsstad onder sultan Mohammed Ben Abdallah. In 1912 vestigden de
Fransen zich in Rabat en verklaarde haar tot hoofdstad van het
land. Ook de koning is hier officieel gezeteld.
Mausoleum van Koning Mohammed V en van zijn twee zonen, Koning Hassan II en zijn broer. | Het Mausoleum wordt dag en nacht bewaakt door de Koninklijke garde | onafgebouwde minaret van een moskee die nooit is gebouwd |
we reden om de muren van de citadel | gesloten poort van de citadel |
huis met een gammel maar wel karakteristiek balkon | dan via de kustweg achter de citadel op weg naar de vissershaven |
Meknès
De koningsstad Meknès ligt aan de voet van de Midden-Atlas en dit landbouwgebied is
al sinds de oudheid de graanschuur van Marokko. Ook zijn er
olijfboomgaarden en is er wijnproductie.
In
de 10e eeuw werd de stad gesticht door de Amazigh (Berber)stam van de
Meknassis, waar de stad naar is genoemd. In de volgende zes eeuwen
werd de medina door de Almohadische en Merinidische koningshuizen
uitgebreid .
De tegenwoordige architectuur van de medina is
voor een groot deel afkomstig uit de 17e eeuw, toen de Alawitische
sultan Moulay Ismaïl hier de scepter zwaaide. Tijdens zijn 55-jarige regering bouwde Moulay Ismaïl een 45
kilometer lange muur met fraaie poorten om de stad en construeerde hij
een gigantisch paleiscomplex. Hij kon dit doen omdat hij er de wind
flink onder had. Door militaire overwinningen tegen de Amazigh
(Berber)stammen, de Engelsen en Spanjaarden was hij de eerste heerser
die een soort eenheid in het Marokkaanse rijk teweegbracht. In 1727
overleed hij en nadat zijn kleinzoon Mohammed III naar Marrakech
verhuisde, raakte Meknès in verval. De aardbeving van 1755 richtte
ook behoorlijk wat schade aan.
In 1912 kwamen de Fransen en tijdens het protectoraat was Meknès het
Franse militaire hoofdkwartier. Na de onafhankelijkheid besloot men de stad te
restaureren als potentieel toeristenoord.
we rijden door de midden Atlas naar Meknès | onderweg een bos met deels ontbaste kurkeiken | en veel olijfboomgaarden |
we passeren een dromedaris-stalling | en komen bij de Medina van Meknès, het regent nog steeds | zelfs de koetsjes hebben een regenpak aan |
natuurlijk lopen we eerst even door de souk |
dan naar de markt om wat etenswaren in te slaan | de slangenbezweerder maakt zich klaar | daarna naar onze riad, Palais Didi, in de medina via dit smalle straatje |
eindelijk na een lange natte reisdag op onze kamer | een wastafel | een bad | en een toilet (achter de deur) |
en zo ziet de centrale hal (vroeger een open binnenplaats, nu afgedekt met een tent) er van boven uit |
naar vorige dag |
naar volgende dag |