naar de vorige pagina

Flesbomenfamilie (Bombacaceae)

Terug naar de startpagina

vorige blad

volgende blad

Bombacaceae is een botanische naam van een familie van flesbomen, ondergebracht in de kaasjeskruidfamilie. De best bekende vertegenwoordigers in deze familie zijn de baobab, balsa, doerian en kapok.


Brachychiton rupestris, algemeen bekend als de smalbladige fles boom of Queensland bottle tree, is een boom uit de flesbomenfamilie, onderfamile Bombacaceae inheems in Queensland, Australië. De boom dankt zijn naam aam de bolvormige stam die 3,5 m. hoog kan worden. De boom zelf kan een hoogte van 10 tot 20 meter bereiken en heeft donkergrijze schors die wordt gekenmerkt door diepe scheuren.
De bladeren zijn eenvoudig of verdeeld, met een of meer smalle bladbladen tot 11 centimeter lang en 2 centimeter breed. Crèmekleurige bloemen verschijnen van september tot november en worden gevolgd door houtachtige bootvormige zaaddozen die rijpen van november tot mei.

Smalbladige flesboom / Narrow-leaved bottle tree (Brachychiton rupestris)

Egypte Kitchenereiland  ‎16 ‎mei ‎2011


Adansonia, de Baobab of apenbroodboom, is een geslacht van acht of negen soorten dikstammige bomen uit droge, warme gebieden. Zes soorten stammen uit Madagaskar, twee nauw gelijkende soorten uit het vasteland van Afrika en één soort uit Australië.
Het is één van de weinige bomen in de tropen die zijn bladeren verliest. Negen maanden per jaar is hij kaal, de overige drie maanden heeft hij een overvloedig gebladerte. Hij wordt 5 tot 25 m hoog en hebben een enorme stamomtrek.
De boom slaat water op in de dikke stam tijdens het natte seizoen om zo het droge seizoen te kunnen overleven.

Door zijn vorm lijkt het alsof de baobab op zijn kop staat. Volgens een legende van de bushmen (het San-volk) is de boom voor straf door de goden uit de hemel op de aarde gegooid en op zijn kop terechtgekomen. Daardoor lijkt het alsof de wortels in de lucht steken en de kruin in de grond staat. De Arabieren kennen een legende met als thema een duivel die een boom uit de grond trekt en hem er omgekeerd weer inzet.

Afrikaanse olifanten gebruiken de baobab om de teken van hun huid af te wrijven en eten ook de bast en het zachte hout uit de stam. Bavianen en andere apen eten graag de vruchten van de boom. Daarom wordt de boom ook wel apenbroodboom genoemd.


In Ethiopië komt alleen de  Afrikaanse baobab (Adansonia digitata) voor die een diameter heeft tot 11 m met een omtrek tot 34 m. 

Afrikaanse baobab (Adansonia digitata)


vruchten

Ethiopië Simien Mountains - 2 december 2012

In Ethiopie komen zes soorten Baobabs voor:

Adansonia grandidieri, de baobab van Grandidier, is de grootste en meest bekende van de Madagaskars zes endemische baobabsoorten
Deze
baobab heeft een massieve cilindervormige stam die een doorsnede kan bereiken van wel drie meter. De schors is grijs-rood en vertoont vrijwel geen oneffenheden. Een volgroeid exemplaar kan een hoogte bereiken tussen de 25 en 30 meter. De wortels reiken tot 150 centimeter in de bodem. 
De boom draagt zijn vruchten in november en december. Deze zijn groot en droog en de eetbare pulp bevat niervormige zaden. De zaden en de vruchten die rijk zijn aan vitamine C worden door de Malagassiërs vers gegeten. Uit de zaden wordt olie gewonnen en van vezels uit de bast wordt touw gemaakt.

Adansonia madagascariensis, de Malagassische baobab, komt voor in de droge loofbossen van Madagaskar maar is niet endemisch in Madagaskar, de boom groeit namelijk ook op Mayotte. De boom wordt 5 tot 25 meter hoog. Hij heeft oranje tot rode bloemen die van februari tot april 's nachts uitkomen en worden bestoven door onder andere pijlstaarten.

Adansonia rubrostipa, de Fony baobab, is endemisch in Madagaskar. is een kleine boom met een cilindervormige tot flesvormige stam. Ze hebben een violetkleurige gladde schors. De boom kan een groeihoogte van 4 tot 12 meter bereiken. De voornaamste takken groeien bijna horizontaal en vormen een onregelmatige boomkroon. De bloeiperiode loopt van februari tot april. De bloemen worden onder andere bestoven door de pijlstaart. De bolvormige vruchten, die talrijke niervormige zaden bevatten zijn rijp rond oktober en november.

Adansonia za, de Za baobab, is endemisch in Madagaskar. Het is een grote, massieve loofboom van 10 tot 30 meter hoog en heeft een dikke stam, met een bruinachtig roze gladde schors. De stam kan een diameter van 6 meter bereiken. De bloeiperiode loopt van november tot februari. De bloemen worden onder andere bestoven door pijlstaarten. De langwerpige of ovale vruchten zijn rijp aan het einde van het droge seizoen.

Adansonia perrieri, de baobab van Perrier, is endemisch in Madagaskar. De boom groeit vooral in het noorden van Madagaskar

Adansonia suarezensis, de Suarez baobab, is een grote massieve, tot 25 meter hoge bladverliezende loofboom met een grijsbruine gladde schors. De lange cilindervormige stam kan een diameter van 2 meter bereiken. De korte dikke takken staan horizontaal boven aan de stam en vormen een horizontale kroon. De boom groeit in het uiterste noorden van Madagaskar

Baobab van Grandidier (Adansonia grandidieri) Malagassische baobab (Adansonia madagascariensis) Fony baobab (Adansonia rubrostipa)

Madagaskar Sakahara 17 november 2014

Mauritius Botanische tuin Pamplemousses  21 november 2014

ca. 600 jaar oud     Madagaskar Ifaty  18 november 2014

Za baobab (Adansonia za) Suarez baobab (Adansonia suarezensis)

Madagaskar Ifaty  18 november 2014 Madagaskar Ifaty  18 november 2014
Baobab vrucht Baobab gezichtsmasker Baobabvruchten transport

Madagaskar Ifaty  18 november 2014

Madagaskar Sakahara 17 november 2014

Madagaskar Ifaty  18 november 2014


Ceiba is een geslacht van bloeiende bomen in de flesbomenfamilie. Ceibasoorten groeien als bomen die hoogten van 2 tot 50 meter te bereiken en vormen grote, verspreide kronen. De stammen zijn vaak gezwollen en bezaaid met stekels, maar zelfs binnen de meeste soorten, zijn er sterke en nauwelijks gezwollen stammen met veel of weinig stekels. Bij sommige soorten hebben de takken ook stekels. De bladeren zijn handvormig in gewoonlijk vijf tot zeven (zelden drie) elliptische lancetvormige bladeren, die tot 15 cm lang kunnen worden. De grote en opvallende bloemen verschijnen individueel of in kleine groepen. De meestal vijf, langwerpige bloemblaadjes zijn soms trechtervormig, maar meestal gespreid.
De grote, peervormige doosvruchten bevatten veel zaden. De bol- tot niervormige, bruine tot zwarte zaden zijn 5 tot 10 mm groot en zijn voorzien van plukjes haar die voor verspreiding door de wind zorgen.

Ceiba pentandra, de Kapokboom, is een tropische boomsoort. De soort komt van nature voor in Zuid-Amerika, Centraal-Amerika, het Caribisch gebied en tropisch West-Afrika. De kapokboom wordt meer dan 70 m hoog en heeft een vrij dikke, flesvormige stam.
De takken van de kapokboom staan loodrecht op de stam. Uit de eironde vruchten steekt een plukje witte watten: de kapok. Het zaadpluis wordt gevormd door de zachte vezels, die bestaan uit de haren op de zaden. 
Het zaadpluis wordt onder meer gebruikt als vulling voor kussens en vesten. Sinds de twintigste eeuw wordt voor die toepassing steeds vaker synthetisch materiaal gebruikt.
Bosarbeiders kappen wel eens een stuk van de dikke oppervlakkige zijwortels als ze dorst hebben, een stuk van een meter levert een vol glas, goed drinkbaar water.

Kapokboom of Ceiba (Ceiba pentandra)

Mexico Palenque    7 december 2011

Madeira Funchal  ‎14 ‎februari ‎2013

Ceiba trichistandra, de Ecuadoriaanse kapokboom, is één van de 10 soorten tropische en neotropische bomen geclassificeerd als ceibos of kapokbomen. Kapok is de universele naam, gegeven aan de zijdeachtige pluisjes, geproduceerd door de ceibo vruchten.
Vandaag de dag zijn er nog een paar kleine gemeenschappen in Manabi die het katoen verzamelen om kussens en matrassen te maken.
in de droge kustbossen van Ecuador, zijn de ceibos een groot deel van het jaar zonder bladeren, ze zijn "droogte-bladverliezendheid". De ceibos hebben zich aangepast aan deze stress door fotosynthese via de stam (vandaar de felgroene pigmenten die de stam een groene kleur geven)

Ecuadoriaanse kapokboom / Ecuadorian ceibos (Ceiba trichistandra)

Ecuador Guayaquil  28 ‎september ‎2013 Ecuador Pedro Carbo  25 ‎september ‎2013

Ecuador Salaite  ‎25 ‎september ‎2013‎


Ceiba speciosa. de Silk floss tree, is een loofboom  die inheems is in de tropische en subtropische bossen van Zuid-Amerika.
Het groeit snel in spurts wanneer water overvloedig is, en soms bereikt meer dan 25 meter in hoogte. De stam is flesvormig, over het algemeen uitpuilend aan de basis, tot 2 meter in omtrek. De stam is ook bezaaid met dikke, scherpe kegelvormige stekels die wilde dieren ervan weerhouden om de bomen te beklimmen. In jongere bomen is de stam groen vanwege het hoge chlorofylgehalte, waardoor het in staat is fotosynthese uit te voeren wanneer de bladeren afwezig zijn; bij oudere bomen verandert het in grijs.
De bloemen zijn romig- witachtig in het midden en roze naar de uiteinden van hun vijf bloemblaadjes. Ze meten 10 tot 15 centimeter in diameter
. De vruchten zijn eivormige zaaddozen, 20 centimeter lang, waarin de zwarte zaden zijn omgeven door een massa van vezelige, pluizige materie die doet denken aan katoen of zijde.

Silk floss tree (Ceiba speciosa)

Egypte Kitchenereiland  ‎16 ‎mei ‎2011


Bombax anceps, de Vietnamese Kapokboom, is een plant uit de flesbomenfamilie. Het is een tot 15 m hoge loofboom met een stekelige stam dikke takken. De rode bloemen verschijnen vaak al voordat het blad uitloopt. Ze zijn 5-10 cm groot en hebben een bekervormige kelk, vijf kroonbladeren en veel meeldraden De Bladeren zijn handvormig met 4-7 deelblaadjes. De vruchten omsluiten katoen en zaden, net als andere soorten in het geslacht, en zijn 80 – 160 mm lang.
Deze kapokboom komt voor op het
schiereiland Maleisië (Langkawi en Penang), Indo-China, Vietnam, Myanmar en Thailand.

Vietnamese kapokboom (Bombax anceps)

Vietnam Hanoi  2 ‎april ‎2012

Bombax ceiba, de Indische kapokboom is een tot 40 m hoge boom met dikke takken. De bladeren vallen in droge tijden uit, ze zijn langgesteeld, handvormig gedeeld met vijf tot zeven deelblaadjes.
De helderrode bloemen verschijnen vaak al voordat het blad uitloopt. Ze zijn alleenstaand of staan met enkele bijeen. Ze zijn 7-15 cm groot en hebben een bekervormige kelk, vijf kroonbladeren en vele meeldraden. De vruchten zijn langwerpige doosvruchten die vijfkleppig opensplijten. Daarbij komt een witte, katoenachtige massa (kapok) tevoorschijn waarin tot 8 mm grote zaden ingebed liggen.
De Indische kapokboom levert bijna de helft van alle kapok in de wereld. De Indische kapokboom komt van nature voor in het zuiden van India en op Sri Lanka.

Indische kapokboom (Bombax ceiba)

India Varanasi  ‎21 ‎maart ‎2014

India Muktipath‎  25 ‎maart ‎2014

India Khajuraho  ‎19 ‎maart ‎2014

‎Egypte Aswan  7 ‎maart ‎2010


vorige blad

volgende blad