Sterbladigenfamilie (Rubiaceae)

vorige blad

volgende blad

Rubiaceae of sterbladigenfamilie is een familie van tweezaadlobbige planten. De familie komt wereldwijd voor, maar vooral in de tropen, waar het bomen en struiken zijn. In gematigde streken zijn het veelal kruidachtige planten.

Coffea, de koffieplant, is een geslacht van houtige planten. De meeste soorten (33) komen voor in tropisch Afrika en vinden hun oorsprong met name in Ethiopië. Op Madagaskar komen veertien soorten voor, in tropisch Zuidoost-Azië en op het eiland Mauritius drie soorten. Slechts twee soorten zijn geschikt voor consumptie: Arabicabonen en Robustabonen.
Tegenwoordig komen de meeste koffiebonen uit Zuid-Amerika, Brazilië is zelfs verantwoordelijk voor 30% van de wereldwijde productie. 

Coffea arabica, de arabica-koffie, komt van oorsprong uit het Ethiopisch Massief. Het is een tetraploïde en zelfbestuivende plant, die ongeveer 5 meter hoog kan worden.
Vanuit Ethiopië werd de soort naar de Arabische landen verspreid en daarna naar het Caraïbische gebied, Centraal-Amerika en Zuid-Amerika.
Brazilië en Colombia zijn de belangrijkste producenten van arabica-koffie. Daarnaast zijn ook Mexico, El Salvador, Guatemala en Costa Rica belangrijke koffieproducenten.
De meeste Arabica bonen worden geteeld in streken rond de evenaar. Ze groeien daar op hoogten tussen de 1.300 en 2.000 meter.

Coffea canephora, de Robusta koffie, komt van oorsprong uit het middelgebergte van Afrika rondom de evenaar, tussen 10° Noorder- en Zuiderbreedte, van de Westkust tot Oeganda. Bij een natuurlijke groei vormt de plant een kleine boom.
Robusta bonen groeien in tegenstelling tot Arabica bonen in lager gelegen gebieden rond de evenaar. De robusta koffie komt oorspronkelijk uit DR Kongo, maar wordt inmiddels op verschillende plekken in de wereld geteeld, waaronder Vietnam, Brazilië, Ivoorkust, Angola, Oeganda, Madagaskar en Indonesië.
De smaakeigenschappen van robusta koffie kunnen het beste omschreven worden als bitter en sterk.

vorige blad

volgende blad