naar de vorige pagina

Vlinderbloemen  (Leguminosae of Fabaceae)

Terug naar de startpagina

vorige blad

volgende blad

De vlinderbloemenfamilie (Leguminosae of Fabaceae) is, met ruim negentienduizend soorten verdeeld over 727 geslachten, met 7% de op twee na grootste familie van bloeiende planten. De familie komt over bijna de hele wereld voor. Enkele grote geslachten zijn Astragalus, Acacia, Mimosa en klaver.
De familie is van groot economisch belang omdat de peulvruchten ertoe behoren, eiwitrijke landbouwgewassen zoals bonen, erwten, tuinbonen, pinda's, en sojabonen, die belangrijk zijn voor onze voedselvoorziening.


De Flamboyant is een plant uit de vlinderbloemenfamilie. De flamboyant is endemisch in Madagaskar, waar hij kwetsbaar is geworden door de houtkap voor houtskoolwinning.
Het is een tot 15 m hoge boom met een tot 20 m brede, schermvormige kroon en een stam met een omtrek van 130 cm of meer. De bladeren zijn afwisselend geplaatst, fijn dubbelgeveerd, tot 50 cm lang en tot 25 cm breed. Elk blad bestaat uit honderden, tot 1 cm lange, lichtgroene deelblaadjes van de tweede orde, die zich in de avond samenvouwen. In droge tijden kunnen de bladeren afvallen, maar de boom blijft zelden lang kaal.
De bloemen verschijnen meestal tegelijk met de nieuwe bladeren aan het eind van de droge tijd en zijn oranjerood tot scharlakenrood en 10-15 cm groot. De vijf kelkbladeren zijn van buiten groen en van binnen rood.
De vruchten zijn rijp bruinzwarte, afgeplatte, hangende, verhoute, meestal iets gebogen, 30-60 × 4-7 cm grote peulvruchten met overdwarse ribben. Ze blijven tot de volgende bloeitijd aan de boom hangen.

Flamboyant or Flame tree (Delonix regia)

Mauritius Pointe au Piments - 20 november 2014 Madagaskar Ambalavao  13 ‎november ‎2014

Erythrina, de koraalboom, koraalstruik is een geslacht van bedektzadige planten uit de vlinderbloemenfamilie. Er zijn ongeveer 130 soorten, die alle in de tropen en subtropen groeien. De meeste soorten kunnen bomen van tot 30 m hoog worden. Veel soorten hebben opvallende rode bloemen. De bladeren groeien altijd met drie aan een stengel. Zowel deze stengels als de bladen apart gaan vergezeld van een steunblaadje.
De bloemen groeien in pluimen, vanuit de bladoksels of alleenstaand, afhankelijk van de soort. Ze bestaan uit vijf kelk- en kroonbladeren. De kelkbladeren zijn tot een schelpvormige structuur vergroeid. De bloemen zijn opvallend scharlaken- of koraalrood.
 
Erythrina euodiphylla is een koraalboom die  alleen te vinden is in Indonesië.

Koraalboom / Coral tree (Erythrina euodiphylla)

Indonesië Java-Prambanan  3 ‎mei ‎2017

Indonesië Oost Java  Malang  4 ‎mei ‎2017

Indonesië Oost Java   4 ‎mei ‎2017


Leucaena latisiliqua, de witte mimosa, is een tot 20 m hoge, snelgroeiende, groenblijvende boom of struik, inheems in het zuiden van Mexico en Noord- en Midden-Amerika (Belize en Guatemala). Veelvoorkomende namen zijn witte leadtree, jumbay, River Tamarind, Subabul en White popinac. 
De bladeren zijn afwisselend geplaatst, tot 30 cm lang en dubbelgeveerd in zes tot tien deelblaadjes van de eerste orde die weer zijn geveerd in twintig tot veertig deelblaadjes van de tweede orde. Deze laatste zijn ongesteeld, smal ei- of lancetvormig, lichtgroen, zacht en 8–6 x 1-3 mm groot.
De bloemen groeien met velen in langgesteelde, ronde, wittige, 2-3 cm grote hoofdjes in eindstandige, pluimachtige bloeiwijzen. 
De vruchten zijn in bosjes hangende, tot 26 x 2 cm grote, platte, enigszins sikkelvormige of rechte peulen. De peulvrucht biedt een uitstekende bron van eiwitrijk veevoer, het veevoer bevat echter mimosine, een giftig aminozuur. Paarden en ezels die ermee gevoed worden, verliezen hun haar. De jonge peulen zijn eetbaar en soms gegeten in Javaanse groente salade met pittige pindasaus, en pittige vis gewikkeld in Papaya of Taro bladen in Indonesië, en in papaya salade in Laos en Thailand, waar ze bekend staan als Phak krathin, in Mexico wordt het gegeten in soepen en ook in taco's

Witte mimosa / River Tamarind (Leucaena latisiliqua)  

Mexico Merida  ‎15 ‎december ‎2011

Mexico Tulum  ‎4 ‎december ‎2011

Egypte Aswan 16 ‎mei ‎2011

Mexico Merida  ‎15 ‎december ‎2011


Acasia tortilis, de Umbrella thorn, is een boomsoort uit de vlinderbloemenfamilie. De soort komt voor in Afrika en op het Arabisch Schiereiland. Het hout wordt in de Bijbel ook wel sittimhout genoemd.
In extreem droge omstandigheden wordt de boom meestal 1 tot 1,5 meter hoog. In een goede habitat is de boom gemiddeld 15 tot 18 meter hoog, maar kan onder optimale omstandigheden een hoogte bereiken van 21 meter. De stam is kaal en gedraaid en wordt bekroond door een dun en plat bladerdek, lijkend op een paraplu. De stam kan droogte, hoge temperaturen en zandstormen overleven. De schors varieert van grijs tot bijna zwart met enigszins slingerende scheuren. De wortels bestaan uit een dicht netwerk een gaan zeer diep de grond in. De bloemen zijn klein en bollig en hebben een zeer sterke geur. Ze hebben een witte tot gele kleur en bestaan uit vele kleine bloemblaadjes. De groene bladeren zijn geveerd en hebben een lengte van ongeveer 2,5 centimeter.
De boom kan een leeftijd bereiken tussen de 100 en 150 jaar.

Umbrella thorn of karamoja (Acacia tortilis)

Ethiopië Omo vallei - 23 november 2012

Tamarindus indica, de Tamarinde is een  tot 25 meter hoge, groenblijvende tropische boom, met een dichte, afgeronde kruin, uit de familie van de Vlinderbloemen.
Oorspronkelijk komt de tamarinde uit Oost-Afrika. Al in de prehistorische tijd kwam de boom naar India, vanwaar hij zich als nuttige plant bijna over alle tropische gebieden verspreidde. Als sier- en nuttige plant wordt de Tamarinde in de tropische regionen gecultiveerd.
De boom is geschikt voor alle gronden, behalve zure grond. Als de boom eenmaal goed is aangeslagen, verdraagt hij lange tijd droogte en de hete zon. Hij groeit langzaam.
De afwisselend geplaatste bladeren zijn samengesteld, geveerd. De tamarinde heeft kleine, gele bloemen. Over de kelkbladen lopen kleine, oranje of roodachtige strepen. Naast een gele bloemkleur bestaat er ook een variëteit met witte bloemen. De vruchten zijn 7-20 cm lange, bruine peulvruchten

Tamarinde (Tamarindus indica)

Belize Lamanai-regenwoud  5 ‎december ‎2011


Senna alata, de kaarsenstruik, is een kruidachtige plant, struik of kleine boom die inheems is in Mexico en is te vinden in verschillende habitats. In de tropen groeit het op een hoogte van 1200 meter. Het is een belangrijke  medicinale boom uit de Vlinderbloemfamilie, ook bekend als Emperor's candlesticks, Candle bush, Candelabra bush, Christmas candles, Empress candle plant, Ringworm shrub, of Candletree.

Kaarsenstruik / Yellow Candle Bush (Senna alata)

Mexico Merida ‎15 ‎december ‎2011


Bauhinia × blakeana,  de Hong Kong orchid tree  (香港蘭), is een boom van het geslacht Bauhinia uit de vlinderbloemfamilie, met grote dikke bladeren en opvallende paars rode bloemen. De geurende, orchideeachtige bloemen zijn meestal 10 tot 15 centimeter, en bloeien van begin november tot eind maart.
Het dubbele blad van de Bauhinia lijkt qua vorm op een hart of een vlinder. In Hongkong staat het blad bekend als het "Clever Leaf" (聰明葉), en wordt het beschouwd als een symbool van wijsheid. Sommige mensen gebruiken de bladeren om bladwijzers te maken in de hoop dat ze ze geluk in hun studie zullen brengen.
De boom werd in 1880 ontdekt door een Franse katholieke missionaris in de buurt van de ruïnes van een huis boven de kustlijn van West-
Hongkong eiland bij
Pok Fu Lam.

Hong Kong orchid tree (Bauhinia × blakeana)



Sinds 1997 staat de Hongkong orchidee op het wapen, de vlag en de munt van Hongkong

China Honkong-Victoria Peak  ‎17 ‎april ‎2011

Bauhinia variegata, de witte orchideeboom, is een kleine tot middelgrote boom die groeit tot 10-12 meter, inheems in Cina, tropisch Zuidoost-Azië tot het Indiase subcontinent . Veel voorkomende namen zijn white orchid-tree or mountain ebony.  

De Bauhinia variegata wordt twee tot drie meter hoog. Net als de andere Bauhinia soorten hebben de bladeren de vorm van een ossenhoef; ze zijn 6 tot 15 centimeter lang en breed, in het midden gespleten tot 5 cm diep. De bloemen zijn geurig, 8 tot 12 centimeter in diameter, met vijf witte bloemblaadjes, tien geel getipte meeldraden en een groene stamper. De vrucht is een peul van 7,5 tot 15 centimeter lang en 1,5 tot 1,8 centimeter breed.
  

Witte orchideeboom / White orchid-tree (Bauhinia variegata alba)

India Khajuraho  20 ‎maart ‎2014

Delonix pumila, de Fengoko, is een plant uit de vlinderbloemenfamilie. De soort komt endemisch voor in Madagaskar,  beperkt tot een klein gebied in het zuidwesten van Madagaskar. Het is een boom die tot 3 tot 10 meter hoog groeit.
De bloemen zijn groot (7,5 cm), wit met lange donkerrode meeldraden en een bovenste bloem blad met een smalle buisvormige klauw. De bloemen bloeien één dag en worden bestoven door motten.

Fengoko (delonix pumila)

Madagaskar Ifaty-Spiny wood  18 november 2014


 

Calliandra haematocephala, de powder puff tree, is een groenblijvende, bloeiende struik of kleine boom van het geslacht Calliandra in de vlinderbloemfamilie, afkomstig uit Bolivia.
De samengestelde bladeren (5-10 paar bladeren per stengel) openen koper-roze, maar worden later donkergroen. Uit framboos-achtige bloemknoppen openen zich bloemschermen met massa's scharlaken meeldraden. Ze bloeit voornamelijk in de herfst en winter, maar sporadische kan extra bloei optreden gedurende de rest van het jaar.

Rood poeder Puff / Powder Puff Tree (Calliandra haematocephala)

Vietnam Phu Hoi-Thac Gougah  20 ‎maart ‎2012 India Delhi  15 ‎maart ‎2014

Calliandra surinamensis is een laag vertakte groenblijvende tropische struik die is vernoemd naar Suriname, ook bekend als Pompon De Marin, Surinaamse Poederpuf, Surinaamse Stickpea. De plant heeft meestal complex vertakte meerdere stammen en groeit tot een hoogte van ongeveer 3 tot 5 meter. Ongesnoeid groeit het in lange dunne takken die uiteindelijk op de grond hangen. De bladeren sluiten en hangen van zonsondergang tot 's ochtends wanneer ze weer open gaan.
De bloemen aanwezig als kogelvormige hoofden met kleine groene bloemblaadjes en kelk met maximaal een 100 meeldraden min of meer verenigd in een buis. De meeldraden zijn lang, haarachtig, kleurrijk en steken ver buiten de bloemblaadjes uit. De C. surinaamse bloeit het hele jaar door met duidelijke meer productieve periodes.   

Pink Powder Puff Tree (Calliandra surinamensis)

Roemenie Constanta  ‎25 ‎juli ‎2015


Calliandra calothyrsus is een kleine peulboom of grote struik in de vlinderbloemfamilie. Het is inheems in de vochtige en subvochtige gebieden van Midden-Amerika en Mexico en is in 1936 geïntroduceerd op Java en van daar verspreid over de Indonesische Archipel en naar andere delen van Zuidoost-Azië, Madagaskar, India en Afrika, waar zijn typische habitat natte tropische bossen of seizoensgebonden droge bossen zijn met een droog seizoen van vier tot zeven maanden. 
Deze boom groeit tot ongeveer 4-6 m hoog maar zou onder gunstige voorwaarden een hoogte van 12 m  kunnen bereiken met samengestelde bladeren van 10-28 cm lengte die 's nachts samenvouwen. De bloemen hebben tal van lange, haar-achtige paarse of rode meeldraden. De vruchten bestaan uit peulen (8-11 cm lang en 12 mm breed) die 3-15 zaden bevatten.
Calliandra calothyrsus kan de bodem verbeteren door het fixeren van stikstof uit de atmosfeer. Het wordt gebruikt voor herbebossing, biedt grondstabilisatie op hellende gebieden, en biedt nuttige hoge kwaliteit voer voor vee. Ook is het een waardevolle hout leverancier voor arme bevolkingsgroepen die nog steeds afhankelijk zijn van brandhout als energiebron.

Calliandra calothyrsus

Indonesie-Sulawesi-Suaya  11 ‎mei ‎2017

Indonesie-Sulawesi-Torajaland  11 ‎mei ‎2017


Butea monosperma, soms wel dhak, plosso of palasa genoemd, is een tropische plantensoort uit de vlinderbloemenfamilie. Het is een kleine tot middelgrote boom, die een hoogte bereikt tussen de 6 en 12 m en heeft opvallende felle, oranjerode bloemen, die haar in het Engels de bijnaam flame of the forest ("vlam van het bos") opleveren.
Butea monosperma komt van nature voor in Zuid-Azië. De boom speelt een belangrijke rol in de productie van schellak. De lakschildluis, die de grondstof voor schellak uitscheidt, leeft namelijk op de plant. 
Butea monosperma heeft een spiritueel-religieuze betekenis voor hindoes. Het hout wordt gebruikt om vuren in tempels aan te maken..
De bloemen groeien in pluimen. Ze staan op 2 tot 3 cm lange stelen. De stelen en de kelk zijn donker van kleur, in sterk contrast met de feloranje kroonbladeren. De kelk is van buiten fluweel- en van binnen zijde-achtig behaard. Deze haren zijn 1 tot 1,5 cm lang. De kroon bestaat uit vier 2,5 cm lange kroonbladen, waarvan eentje dubbelgevouwen in de vorm van een papegaaienbek groeit. Binnenin de kroon bevinden zich de stamper en meeldraden. Butea monosperma is een eenhuizige plant. Elke bloem blijft een of twee dagen in bloei om daarna uit te vallen.
De purperhoningzuiger (Cinnyris asiaticus) is echter de enige vogel die bijdraagt aan de bestuiving. Deze vogel kan met zijn lange snavel de nectar bereiken zonder de bloemen te beschadigen.

Flame-of-the-forest or Bastard teak or Free fire (Butea monosperma)

India Khajuraho  ‎20 ‎maart ‎2014

Wisteria floribunda, de Japanse blauweregen, is een bloeiende plant in de vlinderbloemenfamilie, inheems in Japan. De houtachtige klimmer groeit tot 9 m. hoog. Ze werd  in 1830 van Japan naar de Verenigde Staten gebracht. De bloeiwijze van de Japanse blauweregen is misschien wel de meest spectaculaire van het Wisteria geslacht, ze heeft de langste bloemtrossen met witte, roze, violet, of blauwe bloemen die bijna een halve meter lang kunnen worden.
Het blad bestaat uit glanzend, donkergroene samengestelde bladeren van 10-30 cm lengte
. De boonachtige zaadpeulen van 5-10 cm lang rijpen in de zomer en blijven tot de winter.

Japanse blauweregen (Wisteria floribunda)

Nepal Godvari  ‎4 ‎april ‎2014


Parkinsonia aculeata, de Jeruzalemdoorn, palo verde, Mexicaanse palo verde, geleibonen boom of palo de rayo, is een meerjarige bloeiende boom in de vlinderboomfamilie, inheems in de Woestijnen Sonoran en Chihuahan van zuidwestelijkverenigde Verenigde Staten (westelijk Texas, zuidelijk Mexico zuidelijk Arizona), noordelijk Mexico (Sonora en Chihuahua) en de Galápagos eilanden.
Parkinsonia aculeata is een stekelige struik of een kleine boom. Hij wordt 2 tot 8 m hoog, met een maximale hoogte van 10 meter. Palo verde kan enkele of meerdere stengels en vele takken met pulous bladeren. De bladeren en stengels zijn haarloos. De bladeren zijn afwisselend en pennate (15 tot 20 cm lang). De afgeplatte petiole wordt omzoomd door twee rijen van 25-30 kleine ovale folders; de folders zijn al snel bladverliezend bij droog weer (en in de winter in sommige gebieden) waardoor de groene bloemblaadjes en takken te photosynthetiseren. De takken groeien dubbele of driedubbele scherpe stekels 7-12 mm (0,28-0,47 inch) lang bij de oksels van de bladeren. De bloemen zijn geel-oranje en geurig, 20 mm (0,79 inch) in diameter, groeien d.m.v. een lange slanke stengel in groepen van acht tot tien. Ze hebben vijf kelkbladen en vijf bloemblaadjes, waarvan er vier duidelijker en rhomboid ovate, de vijfde langwerpige, met een warmere gele en paarse vlekken aan de basis

Jeruzalemdoorn / Palo Verde  (Parkinsonia aculeata)

Galapagos Santa Cruz  ‎3 ‎oktober ‎2013


Erythrostemon gilliesii, de paradijsvogelstruik, is een gedeeltelijk groenblijvende struik of boom die 1-4 m hoog kan worden, afhankelijk van de regenval. De bladeren zijn dubbel geveerd, 10-15 cm lang, met 3-10 paar oorschelpen, elk met 6-10 paar blaadjes, 5-6 mm lang en 2-4 mm breed. De bloemen worden gedragen in trossen tot 20 cm lang, elke bloem heeft vijf gele bloembladen met 10 lange opvallende rode meeldraden. Elke bloem bloeit maar een dag, maar een tros draagt veel individuele bloemen. De peulen zijn dicht bedekt met korte, rode klierharen.
De paradijsvogelstruik is oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Amerika, voornamelijk Argentinië en Uruguay. Hoewel het een tropische plant is die is aangepast aan droge klimaten, gedijt hij ook in het klimaat van Avsa en naburige eilanden in het zuiden van de Zee van Marmara in het noordwesten van Turkije, waar hij algemeen bekend staat als Pasabiyigi, Cennetkusu agaci, wat in het Turks "paradijsvogelboom" betekent, en Bodurakasya , wat "dwergacacia" betekent.

Paradijsvogelstruik / Bird of paradise (Erythrostemon gilliesii, voorheen Caesalpinia gilliesii)

Griekenland Santorini  ‎31 ‎juli ‎2015

Caesalpinia pulcherrima, de pauwenbloem, is een 3 tot 6 m. hoge struik of boom met een losse kroon. De twijgen dragen spaarzaam doornen. De afwisselend geplaatste, tot 30 cm lange bladeren zijn dubbelgeveerd. Ze dragen drie tot negen paar deelblaadjes van de eerste orde, deze dragen weer zes tot twaalf paar, 1-3 cm lange deelblaadjes van de tweede orde. De bladeren zijn giftig, maar hebben ook koortsverlagende en laxerende eigenschappen.
De bloemen groeien in langgesteelde, opgerichte, tot 40 cm lange trossen. De bloemen zijn meestal felrood, maar soms met een gele rand of zelfs geheel geel van kleur. Het bovenste van de vijf kroonbladeren is overlangs opgerold en soms anders van kleur. De stijl en de tien meeldraden steken tot 10 cm ver uit de bloem en staan omhoog gekromd. De vruchten zijn afgeplatte, tot 12 cm lange en 2 cm brede peulen, die rijp bruinzwart worden en in twee delen openspringen.

Pauwenbloem / Poinciana, Peacock flower or Red bird of paradise (Caesalpinia pulcherrima)

Vietnam Hoi An   25 ‎maart ‎2012

Maniltoa browneoides, de zakdoekboom vertakt karakteristiek laag waarbij de hoofdtakken dicht bij elkaar opklimmen tot een strakke meerstammige boom met een symmetrische kroon. 
De grote ronde kronen zijn met regelmatige tussenpozen bedekt met gelijkmatig verdeelde witte zakdoeken. De kwastjes van nieuwe, slap naar beneden hangende, bladeren ontwikkelen zich eerst in grote bladknoppen bedekt met papierachtige bruine schubben. Deze bladknoppen lijken erg op de bloemknoppen en verschijnen gelijktijdig. 
De bloemknoppen zitten meestal aan de uiteinden van de takken en bestaan uit veel witte bloemen met papierachtige bruine schutbladen. Wanneer ze voor het eerst worden geopend, zijn de bloeiwijzen wit met gele helmknoppen, maar binnen een paar dagen worden ze bruin, de bloemen zijn uitgebloeid en de helmknoppen hebben hun stuifmeel afgeworpen. De bomen krijgen om de paar maanden nieuwe bladeren en bloemen. 

Deze variëteit van de zakdoekboom lijkt erg op Maniltoa grandiflora, maar heeft een compactere groeiwijze, terwijl kwastjes van bladeren veel langer zijn en bloemen een dubbele structuur hebben.

Zakdoekboom / Hankerchief Tree (Maniltoa browneoides)

Indonesië Java-Jogjakarta  ‎2 ‎mei ‎2017


Saraca asoca, de ashoka-boom, is een regenwoudboom die behoort tot de vlinderbloemenfamilie. De oorspronkelijke verspreiding was in de centrale gebieden van het Deccan-plateau , evenals in het middengedeelte van de West-Ghats in de westelijke kustzone van het Indiase subcontinent. Het is een belangrijke boom in de culturele tradities van het Indiase subcontinent en aangrenzende gebieden. De bloem van de Ashoka-boom is de staatsbloem van de Indiase staat Odisha en wordt  als heilig beschouwd op het hele Indiase subcontinent, vooral in India, Nepal en Sri Lanka.
De ashoka-bloemen bloeien van februari tot april in zware, weelderige trossen. Ze zijn helder oranjegeel van kleur en worden rood voordat ze verwelken.

Ashoka-boom (Saraca asoca)

Vietnam Hanoi  ‎1 ‎april ‎2012


vorige blad

volgende blad