|  | Moerbeifamilie (Moraceae) |  | 
|  volgende
                blad | 
Moraceae, de Moerbeifamilie, is een familie van tweezaadlobbige houtige planten met melksap. De familie komt vooral voor in tropische en warme gematigde streken.
Ficus is de botanische naam van een geslacht (genus) in de
          moerbeifamilie. Het telt zo'n 750 soorten. In de
          keuken en aan tafel is het genus het meest bekend van de vijg, in de
          huiskamer als de kamerplant, de "ficus".
          Biologisch is het genus zeer boeiend vanwege de bestuivingsecologie,
          waarbij elke soort zijn eigen wespje heeft.
          Veel
          Ficussoorten uit het tropische oerwoud beginnen hun leven als epifyt,
          d.w.z. de zaden ontkiemen in wat humus op een andere boom en groeien
          dan uit tot een struik die de "gastheer" als steun
          gebruiken. In een later stadium zendt de Ficus luchtwortels naar de
          grond. De groei van de Ficus gaat, nadat de wortels de bodem bereikt
          hebben, versneld door omdat hij dan gemakkelijk water en
          voedingszouten kan opnemen. Vanaf dat moment wordt de
          "gastheer" langzaam gewurgd, doordat de wortels rondom de
          stam van de "gastheer" groeien en doordat het bladerdek van
          de Ficus de zonnestralen wegneemt van de bladeren van de
          "gastheer
Ficus Aurea, de wurgvijg, is een ontzagwekkende plant die
          groeit uit zaden die
          hoog in andere bomen door passerende vogels en zoogdieren worden
          achtergelaten. Door hoog in de bladerdak van het bos te beginnen in plaats van op de
          grond, krijgen de wurgzaailingen het licht dat ze nodig hebben om met kracht te groeien. Terwijl ze dat doen, sturen ze luchtwortels naar beneden die dik en houtachtig worden en hun gastheerbomen omhullen in een levend gaas. Ze kunnen zelfs reuzenbomen verstikken en
          doden.
          De meeste bloeiende planten laten hun bloei aan iedereen zien, maar de Ficus soorten verbergen ze in hun holle vijgen. En terwijl de meeste planten hun wortels ondergronds begraven, laten de wurgvijgen en hun verwanten ze
          juist zien.
| Wurgvijg / Strangler fig (Ficus aurea) | ||
| 
 |  | 
 | 
| Mexico Palenque 7 december 2011 | Mauritius Pointe au Piments 20 november 2014 | Ethiopië Jinka 21 november 2012 | 
              Ficus
                carica, de vijg is een wijd vertakte struik of een iets overhellende boom
              met omhooggaande, knobbelige takken met een gladde metaalgrijze
              bast. Als de struik of boom ouder wordt, ontstaat er een
              donkergrijs patroon. De boom wordt circa tien meter hoog.
              De bladeren zijn dik en leerachtig. Ze kunnen 30 x 25 cm
              groot worden. De bladeren hebben een hartvormige voet en zijn
              drie- tot vijflobbig.
          
| Vijgenboom of Vijg (Ficus carica) | ||
|  | 
 | 
 | 
| Vijg - geplant door Koningin Ranavalona I - Madagaskar Iarinoro - 6 november 2014 | Marokko El Lelaa M Gouna 1 mei 2019 | Marokko Aurocher Oukaimeden 1 mei 2019 | 
Ficus religiosa, de bodhiboom, is
          een boom uit de moerbeifamilie. Het is een
          snelgroeiende boom met luchtwortels, die wel 30 m hoog kan worden. De
          opvallend gevormde bladeren hebben een "druppelspits",
          waarvan men aanneemt dat die zorgen voor de snelle afvoer van
          regenwater. 
 De bodhiboom is inheems in India en Sri Lanka en is de nationale boom van India.
          In het boeddhisme is de bodhiboom een heilige boom, omdat Gautama
          Boeddha, de stichter van het boeddhisme, onder een bodhiboom bodhi
          (verlichting) bereikte. Op veel boeddhistische tempelcomplexen staat een
          bodhiboom.
| Bodhiboom (Ficus religiosa) | ||
| 
 | 
 | 
 | 
| boom waaronder Boeddha zijn eerste preek gaf na zijn
                verlichting | vijgen - India Orcha 18 maart 2014 | vijgenblad met druppelspits - India Sikri 17 maart 2014 | 
Ficus vasta, de Warka boom of Banyan, is een wilde vijg die
          groeit in de Hoorn van Afrika en inheems in Ethiopië en Yemen. Het is een grote boom, met een enorme stam, en
          gespreide takken waarvan de uiteinden vormen een omgekeerde kom vormen tot 50m in diameter. Het bereikt een hoogte van 25m. De schors is glad en grijs, behalve op jonge takken waar het geel-wit-bruin is, en schilferend
          als het droog is. De bladeren zijn elliptisch, 25 x 20 cm lang, harig, en ruw aan
          voelt.  Ze onderscheiden zich vaak van andere vijgensoorten door zijn grote hartvormige bladeren en massieve stam.
          Ficus vasta groeit als epifyt (op andere bomen) of als chasmophyte (op
          rotsen of stenen).  Als de jonge boom groeit, stuurt het wortels die dikker worden en  vaak samen smelten en de stam van de boom of rots volledig overspoelen.  Dit proces doodt vaak de gastheer-boom en overspoelt of dekt de rotswand volledig.
          Warka vijgen of wurgvijgen, groeien in Gondar, Ethiopië, langs de muren van de kades rond het
          Bad van Fasilidas. Na verloop van tijd zullen de wortels de muren ondermijnen, maar zoals ze nu zijn, dragen
          de wortels bij aan het algehele artistieke ontwerp van dit monument.
| Warka of Banyan (Ficus vasta) | ||
| 
 | 
 | 
 | 
| Ethiopië Gondar-Bad van Fasilidas 30 november 2012 | ||
| 
 | ||
| Indonesië Java Kraton Yogyakarta 2 mei 2017 | 
Ficus sycomorus, de Wilde vijgenboom of Egyptische
          vijgenboom, is een plant uit de moerbeifamilie die
          al sinds de Oudheid wordt gekweekt. Andere namen voor deze plant zijn
          de sycamorevijg of de vijgenmoerbei (omdat de bladeren
          op die van de moerbei lijken) De bladeren zijn hartvormig met een
          ronde apex, 14 cm x 10 cm groot en spiraalsgewijs rond de
          twijg geschikt.
          In Egypte was de Ficus sycomorus al bekend in de tijd van de
          farao's, waar de bestuiver wesp lokaal was uitgestorven of nooit
          was aangekomen waardoor deze soort geen enkele rijpe vijg opleverde. Maar door
          de boeren werd de boom tot het rijpen van de vijgen gebracht door ze te
          kerven met een mes.
          Niet lang daarna werden de vijgen een steunpilaar van de Egyptische landbouw. Boeren trainden zelfs apen om in bomen te klimmen en ze te oogsten.
          Sommige kisten van mummies in Egypte zijn van het hout van deze boom
          gemaakt.
De Indiase banyan (Ficus benghalensis) is een boom die zo groot is dat het van veraf lijkt op een klein bos.
In het noorden en oosten werd de zoetere neef van de Egyptische vijg, Ficus karikaal, een belangrijk voedsel voor verschillende andere oude beschavingen. De Soemerische koning Urukagina schreef er bijna 5000 jaar geleden over. Koning Nebukadnezar II liet ze planten in de hangende tuinen van Babylon. Koning Salomo van Israël prees hen in lied. De oude Grieken en Romeinen zeiden dat vijgen door de hemel werden gestuurd.
Castilla
          elastica,
          de
          Panama rubberboom,  is
          inheems in de
          tropische gebieden van Mexico, Midden-Amerika, en het noorden van
          Zuid-Amerika.
          Het was de belangrijkste bron van latex onder de
          Meso-Amerikaanse volkeren in pre-Columbiaanse tijden. De latex
          verzameld uit Castilla elastica werd omgezet in
          bruikbare rubber door het mengen van de latex met het sap van de
          Morning glory (Ipomoea
          alba),een klimplant die in het
          wild meestal te vinden is tegen de Castilla elastica.
          Het rubber geproduceerd door deze methode vond verschillende
          toepassingen, waaronder de productie van ballen voor het
          Meso-Amerikaanse balspel.
| Panama rubberboom (Castilla elastica) | |
| 
 | 
 | 
| Mexico Palenque-regenwoud 8 december 2011 | |
Artocarpus heterophyllus, de
          Nangka of Jackfruit, is een tot 30 m hoge groenblijvende
          boom uit de moerbeifamilie, die zijn oorsprong in India vindt. De boom
          valt op door de enorme vruchten, die aan de stam ontspringen. De
          verspreid staande bladeren zijn van boven donkergroen en glanzend en
          aan de onderkant dofgroen. Het hout van de boom wordt wel gebruikt bij
          het maken van instrumenten van de gamelan.
          De vrucht is een vruchtverband, dat uit de gehele vrouwelijke
          bloeiwijze ontstaat. De vrucht is peervormig of cilindrisch, 30–100
          cm lang en tot 50 cm breed. De bruingroene schil bestaat uit
          zeskantige punten, die elk uit één bloem zijn ontstaan. De vrucht
          bevat tot vijfhonderd 4 cm lange zaden. Het vruchtvlees is rijp gelig
          en smaakt flauw zoet en heeft ook een zoete geur.
| Jackfruit of Nangka (Artocarpus heterophyllus) | ||
|  |  | 
 | 
| Madagaskar Mananjary | Vietnam Cai Be-Mekong Delta 17 maart 2012 | |
Artocarpus integer, de tjampedak, is een plant uit de
          moerbeifamilie (Moraceae) en komt van oorsprong uit Maleisië. Het is een aan de nangka (Artocarpus
          heterophyllus) verwante, tot 20 m hoge, groenblijvende of in droge
          tijden bladverliezende, melksap bevattende boom, die zich van de
          nangka onderscheidt door 3 mm lange, stugge, bruine haren op de
          takken, bladeren, bloemstelen en bloemknoppen. De 5-28 x 2,5-12 cm
          grote, ovale, afwisselend geplaatste bladeren zijn aan jonge scheuten
          vaak drielobbig, maar verder ongelobd en gaafrandig. Ze zijn
          donkergroen van kleur en hebben lichtgroene nerven.
          Rijpe vruchten zijn geel tot goudbruin en ruiken onaangenaam zoetig.
          De schil is dunner dan die van de nangka. Het sappige vruchtvlees is
          donkergeel of oranje en zoet-aromatisch van smaak.
| Tjampedak / Ampalibe (Artocarpus integer) | ||
| 
 | 
 | |
| Madagaskar Ranohira 15 november 2014 | ||
Moerbei (Morus) is een geslacht van tien tot zestien soorten bladverliezende bomen uit de moerbeifamilie. De planten komen van nature voor in de warm-gematigde streken en subtropische regio's van Azië, Afrika en Noord-Amerika. De meeste soorten komen van nature voor in Azië.
Morus insignis is een groenblijvende boom afkomstig uit Midden- en Zuid-Amerika, van Guatemala tot Argentinië. Het groeit in natte montanebossen tussen 500 en 3000 m.
Morus celtidifolia, de Texas moerbei, is een plantensoort afkomstig uit Zuid-Amerika, Midden-Amerika, Mexico en het zuidwesten van de Verenigde Staten, variërend van Argentinië ten noorden zo ver als Arizona en Oklahoma. In de VS groeit het in canyons en op hellingen, meestal in de buurt van beken, van 200-2.200 m hoogte.
| Moerbei (Morus insignis) | ||
|  | ||
| Ecuador Otavalo 14 september 2013 | 
|  volgende
                blad |