Reis Noord India en Nepal 2014 |
|||
terug naar de reisinfo |
naar Nepal Info |
India Info
|
Geschiedenis
Tussen 2600 en 1900 v.Chr ontstond de eerste belangrijke
beschaving, de Harappabeschaving (Indusbeschaving) in het
gebied met als kern de vallei van de rivier de Indus.
De tweede grote beschaving in het noorden van het Indisch
Subcontinent was de Vedische beschaving (Arische
beschaving). Deze ontstond twee eeuwen later met de vestiging van
nieuwkomers (Ariërs), oorspronkelijk semi-nomadische
veehouders, in het noordwesten van het subcontinent. Het land
van zeven rivieren, de tegenwoordige Punjab, moet het gebied
zijn waar de Ariërs zich het eerst vestigden. Later
verspreidden ze zich oostwaarts naar het Gangesbekken.
Rond 800-600 v.Chr. werden kleine staatjes (Mahajanapada's)
gevormd waarin het kastensysteem volledig was ontwikkeld
Van ongeveer het jaar 300 tot het jaar 500 was een groot deel
van hedendaags India onderdeel van het Gupta-rijk. India was in
die tijd in beschaving het verst gevorderde gebied op aarde.
Invallen van steppevolkeren uit Centraal-Azië
leidden echter ca. 500 tot de instorting van het Gupta-rijk.
Hierna, in de jaren 500 tot 750 werd een groot rijk in
midden-India gevestigd door de Chalukya. Het rijk van de Chalukya's viel midden in de 12e eeuw uiteen in
verschillende kleinere rijkjes.
De islam werd
kort na 700 geïntroduceerd in het noordwestelijk deel van het
subcontinent Sindh.
Omstreeks 1200 begon de Islamitische
verovering van geheel Noord-India. Muhammad Ghori, sultan van
het Ghowridenrijk, versloeg in 1192 de Rajputheerser van Delhi,
Prithviraj Chauhan. Daarna veroverde hij een groot deel van de
Gangesvlakte. in 1206 stichtte zijn generaal, de mammeluk
Qutb-ud-din Aybak, het sultanaat Delhi.
In
1526 viel Babur, een afstammeling van Dzjengis Khan, met zijn leger vanuit Afghanistan de Punjab binnen,
versloeg de legers van de sultan van Delhi en stichtte het Mogol-rijk.
De Mogolkeizers, waaronder Akbar de Grote (1556-1605), lieten in
hun rijk grote paleizen, forten, moskeeën en tuinen bouwen. De Mogols
zelf waren allen moslim, maar regeerden over een bevolking die
merendeels hindoe was.
Nadat een van de laatste Mogolkeizers Aurangzeb in 1707 stierf raakte
het Mogol-rijk langzaam in verval.
Portugal was het eerste Europese land dat om Kaap de Goede Hoop
zeilde en India bereikte. Zij vestigden daar de kolonie Goa.
Vanaf de 17e eeuw hadden de Nederlanders verschillende
nederzettingen aan de kust bij Malabar en Coromandel en begon Engeland de situatie in India te beïnvloeden.
In 1676 vestigden ook de Fransen zich aan de oostkust van India
bij Pondicherry, ten zuiden van Madras. Van 1858 tot 1947 werd
India geregeerd als een onderdeel van het Britse Rijk.
Een voornamelijk geweldloze opstand onder Mohandas Karamchand (Mahatma)
Gandhi en Jawaharlal Nehru vormden een onderdeel van de weg naar
onafhankelijkheid.
De Republiek India ontstond op 15 augustus 1947 toen
India een onafhankelijk dominion werd binnen het Britse
Gemenebest.
Chandra Shekhar Azad en zijn groep leidden de onafhankelijkheid
van Brits-Indië. Het Indiase subcontinent werd door de Britten verdeeld in de seculiere staat India en de kleinere moslimstaat Pakistan. Jawaharlal Nehru werd de eerste minister-president van India. Staatshoofd van India bleef formeel de Britse koning George VI al verloor deze de titel "Keizer van India". Er ontstond een massale bevolkingsuitwisseling met Pakistan en de integratie van meer dan vijfhonderd, uit de middeleeuwen stammende vorstenlanden om een verenigde natie te kunnen vormen. |
Indira Gandhi, de
dochter van Nehru, werd in 1966 de derde minister-president van India. Zij
ging een meer duidelijk socialistisch beleid voeren. De banken
werden genationaliseerd en er werd een ander
socialistisch-economisch en industrieel beleid gevoerd. |
De huidige minister-president, Manmohan Singh, is de eerste sikh die het ambt van minister-president vervult. |
Oorlogen gevoerd door de Republiek India:
1947 en 1948 de
Eerste Kasjmiroorlog met Pakistan
1961, na aanhoudende verzoeken voor
een vreedzame overdracht, viel India de Portugese kolonie Goa
binnen en annexeerde het.
1962 voerden China en India de korte
Sino-Indiase oorlog, die ging over de grens tussen beide landen in de
Himalaya. De oorlog was een zware nederlaag voor India. China annexeerde
van Aksai Chin (Witte steenwoestijn)
1965 voerde India de Tweede
Kasjmiroorlog met rivaal Pakistan.
1971 greep
India in bij de burgeroorlog
tussen West- en Oost-Pakistan, waarna Oost Pakistan
zichzelf afscheidde als het land Bangladesh
1984-1989 het Siachenconflict met Pakistan om de regio van de
Siachengletsjer in Kasjmir
1999 de Kargil-oorlog of derde Kasjmiroorlog, een grensconflict met
Pakistan om het Kargil district
Mohandas Karamchand
Gandhi (Porbandar, 2 oktober 1869 – New Delhi, 30 januari
1948) was een Indiaas politicus, jurist en vegetariër. Zijn
bijnaam ‘mahatma’ is Sanskriet voor “grote ziel”. Ook
wordt hij in India vaak Bapu genoemd, dat “vader” betekent
in de zin van vader van het huidige India en het Indiase volk.
Na een rechtenstudie in Engeland
vertrok Gandhi naar Zuid-Afrika, waar hij zich voor de Indiase
bevolkingsgroep inzette. Na terugkeer in India werd hij leider
in de Indiase onafhankelijkheidsstrijd. Mahatma Gandhi was een
van de grondleggers van de moderne staat India en voorstander
van het actieve geweldloosheid als middel voor revolutie. Een bekende uitspraak van Gandhi is “De wereld biedt genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht". |
Het Kastensysteem
Nergens is het kastensysteem zo ingewikkeld en systematisch
uitgewerkt als in India.
Het systeem ontstond toen de Indo-Europeanen in 500 v.C. Noord-India
veroverden. Ze beschouwden zichzelf als Ariërs of zuiveren aangezien
ze blank waren. Om hun ras zuiver te houden gaven ze blankere Indiërs
belangrijke functies terwijl Indiërs met een donkere huid het vuile
werk moesten opknappen.
De Indiase term voor kaste is jati. Een
kaste kan uit een handvol mensen bestaan of tot vele duizenden variëren. Er zijn
duizenden dergelijke jati's, en elk heeft zijn eigen regels.
De
term Varna (= kleur) verwijst naar de oude en enigszins
geïdealiseerde viervoudige onderverdeling van de hindoeïstische
maatschappij:
de kastelozen, de Dalit, onaanraakbaren of paria's worden vaak als vijfde kaste gezien.
De kasten leveren een specialisatie op, waarbij verschillende
groepen verschillende taken binnen de samenleving hebben.
Hindoes
geloven dat de kaste waarin iemand geboren wordt afhankelijk is van
het karma uit de vorige levens.
De Boeddha erkende het belang van het kastenstelsel niet. Ieder
persoon kon, onafhankelijk van zijn kaste, bij hem monnik worden.
De beroepsbarrières onder Indiase kasten zijn langzaam, onder
economische druk, sinds de 19e eeuw vervaagd, maar het sociale
onderscheid is meer blijvend. De houdingen ten opzichte van Shudra's
begonnen slechts in de jaren '30 onder de invloed van het onderwijs
van Mahatma Gandhi te veranderen. De dalits (kastelozen) werden door
Mahatma Gandhi de Harijans genoemd, wat betekent: "de kinderen
van God". Hoewel de Shudra-status in 1949 onwettig werd verklaard,
is de weerstand tegen verandering sterk, vooral in
plattelandsgebieden.