Hof
van Twente
Markelo
Plaatsing
Chalet
De
tuin
Vogels
in de tuin
Planten in de
tuin
Vlinders in
de tuin
Insecten in
de tuin
Andere dieren
in de tuin
Paddenstoelen
in de tuin
Vijver
Moerastuin
Landgoed
Warmelo
Landgoed
Nijenhuis
Landgoed
Westerflier
Landgoed
Twickel
Landgoed
Weldam
Watermolen
in Diepenheim
De
Regge
Natuurgebied
de Borkeld in Markelo
|
Het landgoed Weldam ligt in het Markelose buurtschap Kerspel Goor, tussen
Diepenheim en Goor, en is circa 1700 hectare groot en daarmee een van de
grootste particuliere landgoederen van Nederland. Een derde deel van
het landgoed bestaat uit bos, de rest is landbouwgrond.
Kasteel en havezate Weldam was rond 1389 eigendom van Wolder van den
Weldamme, een leenman van de bisschop van Utrecht.
In 1539 kwam het landgoed in bezit van de familie
Ripperda die, in het begin van de Tachtigjarige Oorlog, het nu nog
bestaande rechthoekige achterste gedeelte van het huis bouwden op een
vierkant stuk grond, omgeven door een gracht.
In de 17de eeuw kreeg het huis een classicistische voorgevel uit
Bentheimer zandsteen en werden de twee zijvleugels, de bouwhuizen en het
voorplein met de poort gerealiseerd.
In de achttiende en negentiende eeuw stond Weldam voor lange tijd
leeg en raakte in verval.
In 1877 kwam het kasteel in bezit van Carl Philipp Otto graaf Bentinck en
zijn vrouw, gravin Maria Cornelia van Heeckeren van Wassenaer, die Weldam
van haar vader had geërfd. Zij voegden de twee grote hoektorens toe aan
de noordkant van het gebouw, de één vierkant en de ander achthoekig.
Deze torens zijn ontworpen door de Engelse architect Weatherley. Het
tuinontwerp is van de Franse landschapsarchitect Édouard André.
De jongste dochter, Isabella Antoinette Marie Clementine gravin Bentinck,
was in 1914 met graaf Wilhelm zu Solms-Sonnenwalde getrouwd en erfde
Weldam in 1956.
2 jaar later betrok de familie zu Solms-Sonnenwalde het kasteel. daarvoor
hadden zij 7 jaar in de rentmeesterswoning aan het begin van de Weldammerlaan
gewoond.
Hun zoon Alfred Otto Friedrich graaf zu Solms-Sonnenwalde werd in 1981 eigenaar van het landgoed.
Op 1 februari 2022, overleed Graaf Alfred Graf zu
Solms-Sonnenwalde en werd Charlotte Gräfin zu
Solms-Sonnenwalde de nieuwe eigenaar van het landgoed Weldam. Haar
man, Carl Moll, werd kasteelheer en rentmeester van het landgoed
|
|
|
Het kasteel wordt bewoond en is niet toegankelijk voor bezoekers. De
kasteeltuinen zijn tegen betaling wel toegankelijk. Het omliggende
landgoed is overdag vrij te betreden en
bestaat uit 700 ha bossen, 1000 ha akkers en weilanden, beken,
karakteristieke lanen, 20 monumentale huizen en 65 boerderijen,
herkenbaar aan de zwart- geel geschilderde luiken. 20 van de 65
boerderijen zijn nog in gebruik als boerenbedrijf.
|
De zuidkant van kasteel Weldam in de zomer.
Inrichting van de kasteeltuin: Links en rechts van
de hoofdingang (de noordzijde van het kasteel) liggen twee verdiepte parterres met
sierlijke buxusvormen. Het hoger gelegen wandelpad langs de
westelijke parterre, voert naar
de loofgang, een 145 meter lange "berceau" van
geschoren beuk (Fagus sylvatica).
Rechts van de loofgang ligt de "parterre de broderie",
een Franse tuin met buxuslofwerken. Daarachter ligt een
doolhof
Aan de oostkant van het kasteel is een rozentuin aangelegd.
|
|
verdiepte westelijke parterre
|
|
loofgang van geschoren beuken
|
|
Franse tuin met buxus
|
|
Rozentuin
|
|
|
|
|
De westzijde van het kasteel met de
vierkante hoektoren |
en de oostzijde met de achthoekige
hoektoren |
|
Bijzondere bomen in de kasteeltuin
<< Ginco (Ginkgo biloba)
De Japanse notenboom of Tempelboom,
oorspronkelijk afkomstig uit China
Pinus cembra >>
De Alpenden of Arve is een boom uit de Alpen en de Karpaten
Aan de zuidkant van het kasteel staat een,
door stutten ondersteunde, Pinus cembra.
De boom dateert 1840, dus van vóór de aanleg van de huidige tuin |
|
Insecten in de kasteeltuin
|
|
|
|
|
|
Viervlek |
Azuurwaterjuffer (tandem) |
Breedscheenjuffer |
Schorpioenvlieg |
Akkerhommel |
Vroege grasmot |
St Mary's Chapel op het landgoed Weldam |
In 1900 werd op het landgoed een kapel gebouwd in opdracht
van Willem Carl Philip Otto graaf Bentinck, eigenaar van o.a. landgoed Weldam en Middachten.
Het ontwerp van de kapel is van de Engelse architect W.J. Weatherley. De
Engelse bouwstijl van ca. 1900, de zgn. cottagestijl, is duidelijk
herkenbaar
|
Vanaf 1979 wordt de kapel gebruikt door de Anglicaanse gemeente van
Oost-Nederland.
De huidige eigenaar graaf Frederik George Unico Willem stelde het gebouw hiervoor
beschikbaar.
Op 20 december 1987 werd de kapel aan Maria gewijd door de
hulpbisschop van Gilbraltar in Europa, tot welk diocees Weldam behoort.
Sindsdien draagt de kapel de naam “St Mary’s Chapel, Weldam”
|
|
|
Achter de kapel liggen drie graven,
In een hoek het graf van Frederik George Unico Willem Graaf Bentinck, Heer van
Weldam en Obdam, 1888-1942.
Direct achter de kerk de graven van Isabelle, Gravin zu
Solms-Sonnenwalde, geboren Gravin Bentinck, 1889-1981
en Graaf Wilhelm zu Solms-Sonnenwalde, 1886-1981. |
|
Vanaf 1979 wordt de kapel gebruikt door de
Anglicaanse gemeente van Oost-Nederland |
|
Op 21 juni 2022 bezochten we de tuin van kasteel Weldam en gingen ook
langs de St Mary-kapel. Tegenover de ingang van de kapel staat een
Amberboom die geschonken is door de congregatie van de Chapel aan
Alfred zu Solms-Sonnenwalde en Christine Hüsmert ter gelegenheid
van hun huwelijk op 17 oktober 1992. We zagen de boom vorige keer in
winterdracht, nu stond hij volledig in blad.
|
Amerikaanse Amberboom
(Liquidambar stryraciflua)
|
|
Naast het graf van Frederik George Unico Willem Graaf Bentinck, Heer van
Weldam en Obdam lag nu een vierde graf.
Op 1 februari 2022, één dag voor wij het kasteel Weldam voor
het eerst bezochten, overleed Graaf Alfred Graf zu
Solms-Sonnenwalde, eigenaar van het landgoed Weldam, op 89
jarige leeftijd.
Vrijdagavond 11 februari werd de graaf met een familiekoets
(de brik van
zijn overgrootouders) van kasteel Weldam naar de St.
Mary-kapel gereden.
Hij werd uitgeleide gedaan door in het licht van fakkels
|
|
|
Samen met zijn echtgenote Christine Hüsmert kreeg hij drie
dochters: Charlotte, Caroline en Isabelle. De graaf heeft zich
meermaals uitgelaten het als zijn belangrijkste taak te zien
het landgoed ongeschonden door te geven aan de volgende
generatie. Dochter Charlotte, vrouwe van Weldam, en haar man,
Carl Moll, wilden die taak op zich nemen. |
|
Uitkijktoren Belvedère op de Herikerberg op het landgoed Weldam
|
De Herikerberg aan de rand van Markelo is met z'n 48 meter boven NAP de
hoogste van de vijf heuvels die rondom het dorp liggen. Op de top van deze
berg werd in 1890 een uitkijktoren "De Belvedère" gebouwd.
Bij de bouw van de toren zijn vele geraamtes opgegraven van
vroegere misdadigers, die waren veroordeeld en opgehangen aan de
Galgenbelt op de top van de Herikerberg. Op de Dingspelerberg was een
regionale Germaanse dingplaats waar volgens Saksisch gewoonrecht, vanaf de
vroege middeleeuwen tot zeker 1200, recht werd gesproken. De
terdoodveroordeelden werden voorbij de devotieplaats De Hulpe gevoerd om
voor zichzelf laatste redmiddelen of berouw af te smeken. Daarna vond de
terechtstelling plaats op de Galgebelt op de Herikerberg, aan de voorname
straatweg richting drostenstad Goor. De lijken bleven ter afschrikking nog
maanden hangen.
|
|
De Belvedère is tien meter hoog en is speciaal voor het mooie uitzicht
gebouwd door Graaf Willem Carel Philip Otto Bentinck. De graaf maakte met
zijn vrouw, Maria Cornelia, geboren baronesse van Heeckeren tot
Wassenaer, regelmatig een rijtour en soms een picknick op het
hoogste punt van de Herikerberg. Dit was mogelijk de aanleiding om
hier een uitzichttoren te bouwen.
Omdat de Herikerberg in die tijd al een zogenoemd
driehoekspunt in het Rijksdriehoekstelsel was, werd besloten de
toren ook te gebruiken voor de landmeetkundige werkzaamheden van de
Dienst Rijksdriehoekmeting.
De toren is in drie bouwlagen verdeeld. De begane grond werd
gebruikt voor het stallen van de rijtuigpaarden van de Graaf en zijn
familie. De toren werd als uitvalsbasis gebruikt bij de adelijke
jachtpartijen.
Vanaf het platte dak had men een onbelemmerd uitzicht maar ca 1930
werd de heide op de Herikerberg vervangen door een lariksbos, rond
1950 waren de larixen zo hoog dat er geen uitzicht meer was.
De toren heeft ook als uitkijkpost gediend voor de Markelose
brandweer, werd in de oorlogsjaren gebruikt door de Duitsers en na
de oorlog door de Luchtwacht van de Bescherming Bevolking.
Tot 1975 werd de toren gebruikt voor het stallen van paarden die
gebruikt werden voor het wegslepen van bomen. In 1989 werd de toren
gerestaureerd en verbouwd tot woonhuis in gebruik gebruik
genomen als woning en atelier. |
Landgoed Weldam op de Herikerberg naast camping Bergzicht in Markelo -
Herikervlierweg
|
|
Landgoed Weldam doet aan bosbouw en bosbeheer, het landgoed omvat zo'n 700 ha
bosgrond. Vroeger
werd kaalkap gepleegd waarna weer werd ingeplant, nu wordt gewerkt
met
natuurlijke verjonging.
Daarnaast wordt veel eik, lariks en douglasspar aangeplant. De douglasspar
is een belangrijke bosbouwboom die een mooier bos
vormt dan bijvoorbeeld fijnspar..
De landgoederen Twickel en Weldam werken samen aan het project Streekeigen
Hout waarbij hout uit de eigen bossen in de omgeving wordt verwerkt in
de bouw.
|
|
|
|
Om een natuurlijk bos te krijgen blijft dood hout
vaak liggen, waarmee schuilplaatsen en voedselmogelijkheden voor
insecten, schimmels, dieren en vogels wordt gecreëerd |
|
Landgoed
Weldam ten westen van de Herikervlierweg |
De fijnsparren op Landgoed Weldam, op de Herikerberg en omgeving zijn ernstig aangetast
door de letterzetter. Door storm van januari 2018 en de droge zomers van
2018 en 2019 zijn veel sparren verzwakt en konden ze zich niet goed verweren
tegen de letterzetterplaag waardoor ze op grote schaal zijn afgestorven.
Om verdere verspreiding van de letterzetter tegen te gaan worden
aangetaste en dode bomen weggehaald. De gekapte bossen worden opnieuw
ingeplant en verder als bos in stand gehouden.
|
|
|
|
|
|
Weldam |
aangetaste fijnsparren |
aangetaste larix |
Vraatbeeld van de letterzetter |
|
Paddenstoelen op Weldam in december 2020
|
|
|
|
|
|
Kleverig koraalzwammetje
|
Gewoon elfenbankje
|
Gele aardappelbovist
|
Kammetjesstekelzwam
|
Schelpzwam
|
Grote sponszwam
|
Paddenstoelen op Weldam in oktober 2021
|
|
|
|
|
|
Valse hanenkam
|
Bleekgele honingzwam
|
Gordelsteelgordijnzwam
|
Oesterzwam
|
Kastanjeboleet
|
Bittere boleet
|
|
|
Boomstronk bedekt met
korstmos |
Landgoed
Weldam ten oosten van de Driebelterweg / "Driebelterheide" |
In dit deel van het landgoed ligt een klein maar
prachtig heideveldje dat we de naam Driebelterheide hebben gegeven.
We zochten de Grote weerschijnvlinder (volgens
waarneming.nl gesignaleerd in dit gebied) maar vonden de Kleine
ijsvogelvlinder. Ons tweede bezoek zochten we naar het Heideblauwtje, we
vonden alleen boomblauwtjes. Maar we vonden wel de zeldzame Heidehommel.
|
Hieronder het uitzicht over de
Driebelterheide vanaf het bankje hierboven |
|
Bewoners van de Driebelterheide
|
|
|
|
Kleine ijsvogelvlinder
bovenzijde |
Kleine ijsvogelvlinder
onderzijde |
Boomblauwtje bovenzijde
|
Boomblauwtje onderzijde
|
|
|
|
|
Citroenvlinder |
Steenrode heidelibel -
vrouwtje |
Kleine vuurvlinder
|
Dagpauwoog |
|
|
|
|
Heidehommel |
|
|
|
|
|
Op de heide zagen we dit web
van een hangmatspin, na wat inzoemen vonden we ook de spin
zelf: de struikhangmatspin, ondersteboven in haar
net |
|
|
De Driebelterheide bijna in bloei |
Begin maart 2024, op de eerste
mooie warme dag van het jaar, liepen we weer over de heide. De insecten begonnen net weer te vliegen,
meerdere citroenvlinders vlogen zoekend rond en hadden niet de rust om
ergens voor een foto te gaan zitten en op de heide patrouilleerden de
bruine winterjuffers, de enige libellensoort in Europa die als volwassen
dier overwinterd. Op enkele open plekken tussen de heideplanten hadden de
bloedrode roofmieren een nest gemaakt en langs het pad naast de heide
vonden we enkele kolonies grijze zandbijen.
|
|
|
Vliegden op de Driebelterheide
|
passerende Citroenvlinder
|
Bruine winterjuffer
|
Bloedrode roofmieren
Op de heide vonden we een aantal mierennesten met rode mieren, niet de hoge
koepelnesten zoals de rode bosmieren bouwen maar een nest met takjes en
ander houtresten op en in de grond, vaak onder een boomstronk. Hier nestelt
de bloedrode
roofmier
De bloedrode roofmier gebruikt renmieren als slaven. Een renmierennest
wordt bezet door bloedrode roofmieren waarbij de koningin wordt gedood en
vervangen door een bloedrode roofmier-koningin. Ook worden renmieren
gebruik als slaafmierent voor werk aan het nest en verzorgen van het
broedsel.
|
|
nest van bloedrode roofmieren op de heide |
nest van bloedrode roofmieren onder een boomstronk |
|
|
|
werksters van de kolonie bloedrode roofmieren |
Grijze zandbijen
In een klein stukje kaal zandgrond
naast het pad zagen we grote aantallen zandhoopjes, het bleken nesten van
grijze zandbijen te zijn. De vrouwelijke bijen graven een 30 tot 50 cm lange,
verticale gang met aan het eind 5 tot 10 broedcellen. Daarna verzamelen
ze nectar en
stuifmeel van wilgenbomen en brengen dat in de broedcellen.. We
zagen de bijen af en aan vliegen en via een gat
in hun "eigen" zandhoopje naar hun broedcellen gaan.
Als de zandbij voldoende stuifmeel en nectar heeft verzamelt, kneedt ze in
de broedcel
balletjes van de stuifmeel en nectar en legt op ieder balletje een eitje.
Als alle broedcellen gevuld zijn sluit ze de de broedcellen af,
verlaat ze het nest en sterft.
Als de larven in de zomer uit de eitjes komen spinnen ze een cocon waarin
ze overwinteren en in het voorjaar als volwassen zandbij tevoorschijn
komen. Deze graaft zich een gang naar boven. De vrouwtjes worden door de
mannetjes worden bevrucht, de mannelijke bijen gaan dood en de vrouwelijke
zoeken een gebruikt nest of graven een nieuwe en de cyclus herhaald zich.
|
|
nestenkolonie solitaire grijze zandbijen |
Grijze zandbijen in de nestingang |
|
|
|
Grijze zandbij in de nestopening
|
Grijze zandbijen, links met stuifmeel in de vacht
|
|